Deventer. Iste Stuk. Te Deventer, bij A.J. van den Sigtenhorst. 1835. In kl. 8vo. 170 bl. f :-60.
Wanneer men den bloei eener wetenschap in ons vaderland moet afmeten naar het aantal der daarover uitgegevene vertaalde en oorspronkelijke Handboeken van grooteren en kleineren omvang, dan bloeit thans hier te lande geene meer en algemeener, dan de Scheikunde. Verbazend is het aantal van werken over dit deel der natuurkundige wetenschappen, welke in de laatste twaalf jaren bij ons het licht zagen. Als een vademecum voor hen, die met eene oppervlakkige kennis tevreden zijn, geeft Dr. meylink dit werkje bij den grooten hoop toe. Dit stukje staat door een tweede gevolgd te worden, en daarmede zal het werk, blijkens het Voorberigt, voltooid zijn. Wij verwachten echter, dat het dan eenigzins lijviger zal zijn dan het eerste, hetwelk slechts een klein gedeelte van het chemische leerstelsel bevat. Het is in veertien Lessen verdeeld, waarvan deze de opschriften zijn: I. Inleiding; II. over de natuurkundige eigenschappen der ligchamen; III. over de benamingen in de Scheikunde, of de scheikundige nomenclatuur; IV. over de scheikundige verwantschap; V. wetten, volgens welke de ligchamen zich onderling verbinden - Aequivalenten - Atomistische theorie; VI. over de scheikundige bewerkingen; VII. over de herkenmiddelen; VIII. over de warmtestof; IX. over de lichtstof; X. over de electrieke stof, galvanische stof en magnetische stof; XI. over de dampkringslucht, de zuurstof en de stikstof; XII. over de verbranding en de ademhaling; XIII. over de waterstof; XIV. over het water. Achter elke les zijn korte vragen gevoegd, welke de hoofdzaken in het geheugen terugroepen en tot oefening van den leerling kunnen dienen.
Een oordeel over het geheel kan eerst na voltooijing van het werkje geveld worden. Over het geheel bevat het veel bruikbaars, hoezeer er op enkele zaken aanmerkingen te maken zijn. Het is zeker eene vergissing, wanneer wij op bl. 30 Cinnaber zwavel-tweede-kwikoxyde zien