ten, en met eene gelukkige of ongelukkige ontknooping eindigende. Die soort van epische eenheid ontbreekt er aan. Maar het is eene onderhoudend geschrevene, vrij avontuurlijke familiegeschiedenis, die niet geheel ongelukkig afloopt; en het boek is wel waardig gekocht en doorlezen te worden. Ook de achteraangevoegde losse bladen uit adolf's nalatenschap en uit erik's nagelatene papieren verdienen wel gelezen, over-dacht, en grootendeels in beoefening gebragt te worden. Wij vreezen alleen, dat de meeste Romanlezers, na vlugtig gezien te hebben, wat er zoo al te vinden is, geenen zin zullen hebben aan die lectuur; gelijk zij veel van de in erik's en rurik's verhaal voorkomende bespiegelingen eenvoudig zullen overslaan. Het is wel jammer; maar wie zal de menschen anders maken, dan zij werkelijk zijn? Gelukkig, dat de voorgedragene lotwisselingen, al waren er geene lessen en overdenkingen tusschengevoegd, en al worden deze bij de lezing voorbijgegaan, van zelve ieder gevoelig hart tot ernst en godsdienstigen zin zullen stemmen. - Bl. 25 is in de uitdrukking, zijnen redelijken vriend, het Hoogduitsche redlich ten onregte aldus vertolkt; het beteekent braaf: dien Germanismus ontmoet men in de meeste vertalingen uit het Hoogduitsch.
Wat den Heer zeeman toch bewogen hebbe, om victor hugo's Marie Tudor van een Drama in een' Roman te vervormen, begrijpen wij niet. Het oorspronkelijke is, ja, een beroemd Tooneelstuk; in vele opzigten moet men het talent van den Schrijver huldigen; maar het zedelijk gevoel vindt in dergelijke Tooneelstukken weinig bevrediging. Had de Heer zeeman nu slechts vertaald, dan zou men het nog hebben kunnen beschouwen als eene overtollige proeve, om ons publiek met den tegenwoordigen gedrogtelijken staat van het Fransche Tooneel bekend te maken. Doch, daar de vervormer het stuk in een' Roman heeft overgegoten, schijnt hij op meer dan ééne wijze den inhoud van hetzelve in ieders hoofd te willen prenten; en zoo heeft hij dan zijnen tijd verbeuzeld met het compileren van een' Roman, waarin de niet bespottelijke karakters hoogst onzedelijk, en de zedelijke hoogst bespottelijk zijn. Wij zien het wenschelijke - wat zeggen wij? het geoorloofde der in het licht verschijning van soortgelijke boeken niet in, en hopen, dat de opsteller van dezen Roman zijnen tijd voortaan edeler en nuttiger zal besteden.