dat immer eene poging van dien aard zoude opnemen. De uitkomst heeft het tegendeel bevestigd, en de zoo moedig ondernomene als voortreffelijk uitgevoerde vertaling van genoemd werk is reeds het algemeene hand- en leerboek geworden voor elk, die in ons land Scheikunde op eene goede wijze wil gaan beoefenen.
Deze welgeslaagde poging gaf den Uitgever moed en lust, om het wetenschappelijk publiek in ons land vertalingen van andere scheikundige buitenlandsche werken aan te bieden. Het boven gemelde werk van rose werd, op aanraden van den Heer mulder, na de uitgaaf van het werk van berzelius, het eerst en meest geschikt daartoe geoordeeld. De Heer j.e. de vrij heeft dien arbeid wel op zich willen nemen. Hetgeen hij als Scheikundige reeds verrigt heeft, is genoeg bekend, en zoo wel in de Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschappen, vroeger uitgegeven door van hall, vrolik en mulder, als in het Natuuren Scheikundig Archief, dat nu door mulder alleen uitgegeven wordt, te zien; het doet hem evenzeer, als de hier te vermelden arbeid, kennen als den leerling van eenen man, die allen, welke hem omgeven, met denzelfden gelukkigen ijver voor wetenschap en onderzoek bezielt.
De vertaling is tot hiertoe op eene allezins lofwaardige wijze ten uitvoer gebragt. De vergelijking van het werk van rose met de vertaling van de vrij kan dit aan elk, die zich de moeite geven wil het na te gaan, aantoonen.
Het boek van rose handelt over de ontledende Scheikunde; dat is, de Scheikunst in den eigenlijken zin, de kunst om zelfstandigheden zuiver af te zonderen. Tot aanleering van dit deel der wetenschap bestaat in onze taal niets, en de uitgaaf dezer vertaling moet alzoo den beoefenaren der Scheikunde aangenaam zijn. Het is vooral aan te bevelen aan de eigenaars van het Leerboek van berzelius, in hetwelk dit deel der Scheikunde niet opzettelijk is behandeld.