Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835

De Wonderwerken van Jezus, in Gesprekken, door F. Hoekstra, Leeraar bij de Doopsgezinden te Harlingen. Te Haarlem, bij de Wed. A. Loosjes, Pz. 1833. In kl. 8vo. 238 Bl. f 1-25.

Met dit werkje voltooit de Heer hoekstra een stel van boekjes, die hij over de Geschiedenis des Nieuwen Verbonds voor de jeugd geschreven heeft, namelijk over de Geschiedenis van jezus, de Geschiedenis der Apostelen en de Gelijkenissen van den Zaligmaker, waarbij hij er nu een voegt over de Wonderwerken van jezus. Een grootvader verbeeldt hier wederom met eenigen van zijne kleinkinderen over dit onderwerp te spreken; maar de jonge luidjes zijn nu al gaandeweg wat ouder geworden, zoodat zij wat vaster' kost kunnen verdragen, die voor kinderen in den volsten zin nog niet dienen zou. Grootvader neemt, na eenige voorbereidselen, elken avond (en hij heeft er zestien toe besteed) één, somtijds ook wel eens (wat misschien minder verkieslijk is) meer dan één voornaam wonderwerk des Zaligmakers tot zijn hoofdonderwerp, waarbij hij dan evenwel ook soms van andere gelijktijdige of gelijksoortige met een woord melding maakt: hij heldert het geschiedverhaal kort en duidelijk op, toont het ware en het waardige van de gebeurde zaak aan,

[p. 678]

en leidt er eenige zedelijke leeringen uit af. - Grootvader praat wel eens wat lang en veel, gelijk het met oude lieden somtijds gaat; maar hij praat toch goed en nuttig, en is waardig, dat men hem hoore: vooral waar hij zich maar tot ééne gebeurtenis bepaalt, is hij wel het belangrijkst. - Aankondiger dezes, die zich verbeeldde toe te luisteren, zou wel eens iets te vragen gehad hebben; maar hij zou dit dan doorgaans liefst niet in het bijzijn van de jeugd hebben gedaan, en hij wil het ook nu voor het Publiek niet doen, te minder, omdat het van geen groot aanbelang zou geweest zijn, en hij niet wil schijnen te vitten op het goede werk van bestevaêr, die nog alles behalve een suffer blijkt te zijn: hij wil het dus liever bij deze eenvoudige aankondiging laten, en hetzelve, ten overvloede, aan jongen en ouden aanbevelen, als die er over het geheel eene verstandige, onderhoudende en nuttige Bijbelsche lektuur in zullen vinden, waartoe God het zegene!