Het Leven en de Verrigtingen van August Lafontaine, door J.G. Gruber. Met de Beeldtenis van Lafontaine. Uit het Hoogduitsch vertaald. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1835. In gr. 8vo. 383 Bl. f 2-80.
Onder de Romanschrijvers, die een' uitgebreiden invloed op hunne tijdgenooten hebben uitgeoefend, en de voortbrengselen van wier vruchtbaar vernuft, al zijn ze tegenwoordig niet meer en vogue, toch altijd hunne waarde zullen behouden en hunne bewonderaars zullen vinden, behoort voorzeker wijlen de achtingwaardige august lafontaine, wien men, bij zoo veel origineels en goeds en schoons, alleen, immers voornamelijk, te verwijten heeft, dat de liefde (hoezeer dan toch altijd eene reine, kuische liefde) al te zeer de schering en inslag zijner Romans uitmaakt; even alsof den jongelieden niets anders te doen viel, dan te vrijen, te minnen en te kussen! De voornaamste bijzonderheden uit deszelfs levensgeschiedenis, vooral in verband beschouwd met het achtervolgelijk ontstaan zijner schriften, vindt men hier op eene onderhoudende wijze geschetst; terwijl men het alleen moet bejammeren, dat een werk, het welk niet met zoo vele nietige opstellen, als telkens verschijnen, om weldra vergeten te worden, gelijk kan worden gesteld, door zulk een aantal Germanismen ontsierd wordt, even alsof het ondoenlijk ware, een welgeschreven Duitsch boek in goed Nederlandsch over te brengen. De meeste lezers zijn echter daaraan wel reeds gewoon, en het zal hun dus weinig ergernis geven. Eene meerdere zuiverheid van stijl zou desniettegenstaande wenschelijk zijn: want het boek is inderdaad der lezing en behartiging overwaardig.