Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835
(1835)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 464]
| |
Handboek der bijzondere Pathologie en Therapie van Dr. J.W.H. Conradi, naar de vierde Hoogd. Uitgave vertaald door J.B. Stokvis, Jr., M. Dr. Isten Deels 2de Stuk, bevattende het Leerstuk der Ontstekingen. Te Amsterdam, bij S. de Grebber. 1834. In gr. 8vo. Van bl. 145-534. De beide Stukken f 5-25.Van het Isten D. 1ste St. gaven wij een kort verslag in dit Tijdschrift, No. XII. voor 1833, bl. 512. Het bevatte de Inleiding en het leerstuk der Koortsen. Het voor ons liggende moet de Ontstekingen behandelen. Voorwaar eene naar den tegenwoordigen stand der wetenschap niet gemakkelijke taak! In XXI Hoofdstukken worden de ontstekingen der meest belangrijke deelen beschreven. In drie andere, XXII-XXIV, zullen de rheumatische, zinking- en roosachtige ontstekingen overwogen worden. In H. I wordt over de ontsteking in het algemeen gehandeld. Dit belangrijk onderwerp, een punt van zoo veel geschil en van zoo vele uiteenloopende gevoelens, wordt hier vrij kort afgedaan. Wij zien intusschen met genoegen, dat de Schrijver zulke bronnen opgeeft, welke het verder onderzoek op eene doelmatige wijze bevorderlijk kunnen zijn. De Histoire des inflammations chroniques van broussais, en vooral de Histoire anatomique des inflammations van gendrin, worden hier met regt vermeld. De mededeeling van hufeland, Journ. der pr. Heilkunde, 1829. 1 St. (Jan.) had hier echter ook eene plaats verdiend. Wanneer de beide eersten ons, bij het plaatselijke der ontsteking, haar verschillend voorkomen, naar de verschillende weefsels, waarin zij zich ontwikkelt, voortreffelijk aanwijzen, bepaalt de laatste ons met niet minder grond bij het meer algemeene, dynamische der ontsteking. De verschijnsels der ontsteking, gewijzigd naar de deelen, waarin zij zetelt, kunnen niet juist omschreven en daardoor gekend worden, indien men | |
[pagina 465]
| |
ze niet in de aangedane plaatsen tracht op te sporen; maar de prikkel, die de ontsteking opwekte, de terugwerking, die hij voortbragt, verdienen evenzeer de aandacht, als de veranderingen in de bewerktuiging, welke daarvan het gevolg zijn. Hetgeen in het levend ligchaam de eigenlijke ontsteking is, kunnen wij niet nagaan; zij is eene eigenaardige wijziging der levenskracht; maar om deze reden mag ook niet uit het oog verloren worden, dat hetgeen de ontleedkundige ziektekunde aanwijst niet meer tot de spheer van het leven behoort. De overblijfsels der ontsteking in de bewerktuiging staan tot de ontsteking in het levend ligchaam als het portret tot het levend voorwerp. Het eerste geeft ons de gelijkenis, maar kan nooit de uitdrukking van den geest, die alleen levend maakt, zigtbaar maken. Ook het sprekendste afbeeldsel verliest kracht en beteekenis, wanneer het levend voorwerp er zich naast plaatst. Intusschen weet men, hoe verre een meesterlijk penseel het brengen kan, om in een welgelukt afbeeldsel te toonen, wie de man geweest is, welken de schilder tracht te vertegenwoordigen. Zoo wijst de meesterlijke hand in de ontsteking en blootlegging der weefsels, geholpen tevens door eene gezonde redeneerkunde, zoo treffende trekken en schakeringen aan, dat, zelfs bij de onmogelijkheid, om het leven tot een onderwerp van ons onderzoek te kunnen doen dienen, wij in het voortreffelijk en aan de natuur ontleende beeld tot eene mate van kennis kunnen komen, zoo als die slechts langs dezen weg kan verkregen worden. Ofschoon de Schrijver bij de bijzondere ontstekingen de bronnen meer vermeld, dan er een uitgebreid gebruik van schijnt gemaakt te hebben, zoo is daarmede toch reeds een groote stap gedaan tot grondiger kennis der verschillende ontstekingen, welke tot dusverre veelal te oppervlakkig in de leerboeken behandeld werden. De hooggeroemde verdeeling der ontsteking, naar derzelver uitingen, in active en passive, zonder behoorlijke inachtneming der veranderingen in de weefsels, heeft eene zekere oppervlakkigheid ten gevolge gehad, welke aan | |
[pagina 466]
| |
het naauwkeurig onderzoek groote afbreuk gedaan heeft. Te dezen opzigte ziet de Geneeskunde ook groote hervormingen te gemoet, waartoe men van onderscheidene kanten de toebereidsels ontwaart. De wenken van dzondi en neumann zullen te dezen niet onopgemerkt blijven; en het is te wenschen, dat in een land, waar steeds de ontleedkundige ziektekunde zulke aanzienlijke voorstanders en beoefenaars telde, een ruysch, bonn en eduard sandifort plaatsvervangers zullen vinden. Bij de ontsteking der hersenen, H. II, zijn reeds onderscheidene der nieuwere Fransche Schrijvers over dit onderwerp, en met vrucht, geraadpleegd; er blijft echter nog veel te onderzoeken over. Ofschoon het gebruik van sterke dranken, bl. 203, onder de opwekkende oorzaken der hersenontsteking in het algemeen gerangschikt wordt, heeft echter de aandoening der hersenen, welke op het aanhoudend misbruik van geestrijke dranken volgt, en bekend is onder den naam van delirium tremens, iets eigenaardigs. Of evenwel de opium, een in deze gevallen bijzonder werkzaam middel, dien van een specifiek daartegen mag dragen, is tot nog toe door de ondervinding niet genoeg gestaafd. Ontlasting bevorderende middelen schijnen wel zoo veel tot de genezing dezer zonderlinge aandoening bij te dragen. Het nut der panboring tegen verettering der hersenen ten gevolge van ontsteking, om den etter daardoor te ontlasten, klinkt stelselmatig fraai, maar zal van weinig nut zijn, vooral wanneer de ontsteking in de vliezen huisvest, en meer door eene oppervlakkige uitzweeting dan wezenlijke verzameling van etter achtervolgd wordt. De ontsteking van het ruggemerg wordt in weinige § § afgedaan. Ofschoon altijd hier nog veel duisters bestaat, had de oogst uit het reeds daaromtrent medegedeelde rijker kunnen zijn. Vooral zouden enkele wenken niet te onpas komen, om tot een nader onderzoek te leiden, of sommige aandoeningen van de rugge- en lendenstreek, welke al spoedig als van eenen rheumatischen aard beschouwd en als zoodanig behandeld worden, niet dieper gezeteld zijn, en | |
[pagina 467]
| |
somwijlen niet uit de deelen, die den rug bekleeden, voortkomen, maar van uit het ruggemerg zelf uitgaan. Bij de geneesmiddelen tegen den slependen vorm dezer ziekte had de Strychnine althans mogen vermeld worden. - Terwijl de oogontsteking in een eigenlijk geneeskundig werk niet dan met bekorting kan vermeld worden, zoo is het Hoofdstuk, aan haar gewijd, toch wat schraal uitgevallen. 't Ware haast beter, naar den tegenwoordigen staat der Oogheelkunde, van haar gezwegen. Wat zegt toch een algemeen voorschrift van behandeling, waar de gelukkige of ongelukkige uitkomst zoo vaak afhangt van de juiste herkenning van het punt, van waar de ontsteking uitgaat? Het is aan den eenen kant waar, dat de ontsteking zich zelden bij enkele deelen van het oog bepaalt (bl. 216, noot); maar dat ontsteking van het vaatvlies, netvlies, beursje van de kristallens de toevallen zoo gemeen zoude hebben, als conradi dit daar ter plaatse doet voorkomen, strijdt met de ondervinding. De ontsteking van het regenboogvlies (iritis) werd vroeger ook niet scherp onderscheiden, en wat heeft sedert de ondervinding daaromtrent niet geleerd; hoe hangt niet het behoud des gezigts van eene spoedige herkenning dezer ontsteking af, en welken invloed heeft zij niet op de behandeling? Wat de zoogenoemde Egyptische oogontsteking betreft, zij vooral kan niet in het voorbijgaan behandeld worden. Sedert de uitgaaf van dit werk heeft ook de Oogheelkunde nog al belangrijke aanwinsten gedaan. De Vertaler zoude door het bijvoegen van enkele later, of mede in ons vaderland uitgekomene werken, de volledigheid zijner vertaling zeer kunnen bevorderen. Zoo misten wij reeds bij de behandeling der etterafscheiding de belangrijke Dissertatie van den reeds spoedig na het uitgeven derzelve overledenen Geneesheer cornet te Leyden. - Bij ontstekingen van het oor wordt doorgaans te weinig om de mededeeling aan de hersenen gedacht.Ga naar voetnoot(*) Daar men | |
[pagina 468]
| |
tot nog toe van het plaatselijk gedeelte dezer ziekte zoo weinig zekers weet, is het zaak, haar in verband met het nabijgelegen gewigtig deel te beschouwen. De aanmerking bl. 245 verdient behartiging. Het is ons uit enkele gevallen waarschijnlijk geworden, dat eene als oorontsteking opgegevene ziekte eigenlijk ontsteking voornamelijk van het zijdelingsch hersengedeelte was; latende wij het echter onbepaald, of de ziekte, wier begin wij niet hadden waargenomen, van de hersenen zelve was uitgegaan, of van het oor naar dezelve overgeplant werd. - Dat de voorzegging bij ontsteking der speekselklieren (bl. 252) in het algemeen gunstig is, wanneer men er de mumps of oreillons onder verstaat, schijnt strijdig met de algemeene ondervinding. Hare behandeling vereischt vele omzigtigheid; en waar men de vooruitzigten gunstig stelt, daar wordt de voorzigtigheid doorgaans niet op het zorgvuldigst behartigd; bij alle aangewende zorg, wordt dikwijls de lijder nog het slagtoffer dezer in den beginne schijnbaar goedaardige, weinig beteekenende ziekte.
(Het vervolg en slot hierna.) |
|