Welken stand zult gij kiezen? Tweede Geschenk voor Knapen en Jongelingen. Door R. van Wijk, Jacobusz., Phil. Theoret. Mag. Litt. Hum. Doctor, Kostschoolhouder te Kampen. Te Kampen, bij K. van Hulst. 1832. In kl. 8vo. 102 Bl. f :-90.
De Heer van wijk is dan zeer gebeten op de Nederduitsche verhalen en Fransche contes moraux. Eer wij bladz. 12 ten einde hadden gelezen, hoorden wij tegen die contes reeds drie salvos losbranden. De Schrijver verkiest liever den meer deftigen en ernstigen betoogtrant te bezigen in hetgeen hij onzen knapen en jongelingen aanbiedt. Wij kennen in beide genres voortreffelijke werken, ook voor de jeugd, zoodat wij ons variis modis bene fit nog niet kunnen verzaken. Ook kunnen wij ons moeijelijk vereenigen met des Schrijvers stelling, dat het voordragen van ernstige waarheden in den vorm van verhalen aan jongelingen hen als mannen traag zal maken (N.B.) in de gedachten aan een bestaan na dit leven. Wij willen niet ontkennen, dat in het boekje eenige goede raadgevingen voorkomen voor jongelingen over het kiezen van eenen stand; maar iets nieuws, hetwelk in andere werken niet even goed, indien niet beter gezegd is, hebben wij er niet in gevonden. Het zou dus alleen de vorm zijn, waarin het opgesteld was, welke hetzelve eene bijzondere aanbeveling zou kunnen waardig maken; maar ook daartoe is geene reden. De Schrijver vindt de meeste werkjes, die voor onze jonge lieden geschreven worden, te kinderachtig. ‘Onze jonge lieden zijn niet meer, die van over veertig jaren, hun verstand is meer ontwikkeld.’ Maar, indien dit zoo is, waartoe dan de waarlijk kinderachtige vermelding: ‘het kind wil koekebakker worden, omdat het dan veel koek heeft.’?