Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835
(1835)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe waarheid en voortreffelijkheid der Homöopathische Geneesleer, door Dr. C. Caspari.(Vervolg en slot van bl. 378.)
Eene der glansrijkste zijden der Homöopathie is, volgens Schrijver en Vertaler beiden, de Homöopathische behandeling van uitwendige gebreken; daardoor maakt zij vele pijnlijke kunstbewerkingen onnoodig, en dat alleen door inwendige middelen, zonder eenige plaatselijke behandeling. Welnu, dat mag in hunne oogen eene der glansrijkste zijden zijn der nieuwe leer, wij houden het voor een der noodlottigste punten van het Hahnemannsche stelsel, dat aan de menschheid reeds ontelbare slagtoffers heeft gekost. Recensent wil gaarne aan hahnemann toegeven, (§ 185 etc. van het Organon) dat een plaatselijk gebrek niet op zichzelf staat, maar dat hetzelve meestal met eene ongesteldheid van het geheele organismus in verband staat; doch dit geeft u, Homöopathen, geen regt, om, op eene onverantwoordelijke wijze, eene plaatselijke behandeling te verwaarloozen. Welk eene menigte voorbeelden zouden wij uit de geschiedenis der nieuwere Geneeskunde kunnen bijbrengen, die het verderfelijke dezer stelling middagklaar aantoonen! Dezelfde Hertog von Anhalt Köthen, die hahnemann, zoo als Dr. schönfeld te regt aanmerkt, met weldaden heeft overladen, is, onder zijne behandeling, het slagtoffer geworden van deze dwaling; de verwaarloosde | |
[pagina 416]
| |
behandeling van een goedaardig gezwel, dat in koudvuur overging, was de oorzaak van zijnen dood. (Casper's Wochenschrift für die gesammte Heilkunde, No. 22, 23, waar de geheele ziektegeschiedenis met de lijkopening naauwkeurig zijn uit elkander gezet.) Ter loops moeten wij aanmerken, dat, wanneer de Schrijver op bl. 59 zegt, dat zwavel tegen scabies helpen moet, omdat het bij gezonden een soortgelijk uitslag te weeg brengt, hij zich schuldig maakt aan eene Homöopathische onwaarheid. Door inwendig gebruik van zwavel in nog zulke groote hoeveelheden zal er nimmer uitslag ontstaan. Anders is het met het gebruik der zwavelbaden; maar dan is er eene andere reden voor. Na zich nog eenige bittere uitvallen tegen de wetenschappelijke Geneeskunde te hebben veroorloofd, en alle genezingen, welke door dezelve worden te weeg gebragt, aan het toeval te hebben toegeschreven, door dat in de toegediende geneesmiddelen nota bene toevallig een Homöopathisch werkend geneesmiddel was vervat, eindigt Dr. caspari zijn geschrijf. Dr. schönfeld heeft, zoo als wij reeds meermalen hebben aangemerkt, het boeksken met wijdloopige aanteekeningen voorzien, welke, voor zoo verre zij het theoretische gedeelte betreffen, voor hen, die eenigzins met het stelsel van hahnemann bekend zijn, volstrekt geen nieuws bevatten. Hij levert ons op bl. 74 en 75 een staaltje van echte Hahnemannsche praktijk, op dezelfde machinale wijze, als reeds door richter in den supplementband van zijne Specielle Therapie is aan de hand gegeven. Hij verdiept zich vervolgens in wijdloopige redeneringen over zijne wijze van toedienen der medicamenten, maar die men even zoo vinden kan bij alle Homöopathische Schrijvers, vooral in het Archif. Aan alles is te zien, dat de Homöopathie den man geheel beet heeft. Hij betuigt een' onbepaalden eerbied en achting jegens hahnemann te koesteren, die bij herhaling door hem de edele, de brave wordt genoemd. Wij betuigen niet te weten, met welk | |
[pagina 417]
| |
regt dan toch die naam gegeven wordt aan iemand, die misbruik van zijne groote bekwaamheden heeft gemaakt, en het ten allen tijde daarop heeft toegelegd, om zich, ten koste van het geld en de gezondheid zijner medemenschen, een' naam te maken. Zijn geheele leven was, van der jeugd af aan, eene aaneenschakeling van misleiding en bedrog. Uit de duizend en één zal het genoegzaam zijn, slechts het bekende geval met het zoogenaamde alcali pneum bij te brengen, dat nieuwe loogzout, dat hij voorgaf ontdekt te hebben, welks voortreffelijkheid hij niet genoeg wist te roemen, en dat hij daarom het once voor een Friedrich-d'or verkrijgbaar stelde. Het Natuurkundig Gezelschap te Berlijn liet een once halen, om deze voorgewende nieuwe zelfstandigheid nader te leeren kennen, en droeg het scheikundig onderzoek van dezelve op aan hare medeleden klaproth, karsten en hermbstädt. Uit dat onderzoek bleek, dat dat zoogenaamde alcali pneum niets meer of anders was, dan gewone borax. Hahnemann werd derhalve openlijk opgeroepen, om te verklaren, hoe hij er toe gekomen was, om een zoo algemeen bekend middel, als de borax is, voor eene nieuw ontdekte zelfstandigheid uit te geven, en eene hoeveelheid, die in elke Apotheek voor een paar groschen te koop is, op den prijs van een Friedrich-d'or te stellen. - Men vindt deze verklaring van het Natuurkundig Gezelschap te Berlijn, behoorlijk door de drie bovengenoemde Scheikundigen geteekend, in het Intelligenzblatt der allgemeine Literaturzeitung, 1801, No. 1, en elders. Wil men meer bewijs, dan leze men het Organon der Heilkunde, en vergelijke hetzelve met de kritische beoordeeling van Dr. simons; en men zal verbaasd staan, hoe de onbeschaamdheid zoo ver heeft kunnen gaan, om zulk een mengsel van bedrog en kwade trouw in de wereld te zenden! Indien de Heer schönfeld dit alles in aanmerking neemt, dan behoeft hij zich niet te verwonderen over de verachting en bespotting, welke het Hahne- | |
[pagina 418]
| |
mannsche stelsel bij alle weldenkende en verstandige Artsen ontmoet; en indien hij met de literatuur der Geneeskunde, zelfs der Homöopathie, eenigzins was bekend geweest, hij zoude zich over den bitteren toon der Allopathen niet zoo zeer hebben beklaagd. Wie toch der beide partijen is hier het eerst begonnen? De Heer schönfeld leze eens met aandacht na, hetgeen dezelfde caspari daarover zegt in een ander werkje: Meine Erfahrungen in der Homöopathie. Over den weinigen opgang der Homöopathie sprekende, geeft hij als redenen daarvan op: Zuerst seine üble begegnung, die er allen anderen Aertzen zu theil werden liess. Hahnemann schrieb wenige Bogen, auf denen er nicht die ungerechtesten, anzüglichsten, immer wiederholten Schmähungen gegen das ganze Corpus Medicorum ausgestossen hätte, deren er sich zu beweisen seiner Grundsätze bediente; er benutzte jede gelegenheit, wo er das verfahren anderer Aertze verdachtig machen, ihnen erdichtete Fehler aufbürden und dadurch seine eigne Methode in ein helleres Licht setzen konnte. Pag. 8 enz. Dr. schönfeld geeft ons in zijne aanteekeningen verschillende ziektegevallen, die natuurlijk zeer gelukkig afloopen, maar die alle den stempel dragen van des Doctors oppervlakkigheid en volslagen gebrek aan wetenschappelijke vorming. Ten bewijze zullen wij slechts datgene uitkiezen, wat hij over de Homöopathische behandeling der breuken zegt. Van dertien lijders met breuken behebt, welke hij onder behandeling heeft gehad, zijn er acht genezen. Het eerste geval van dien aard, dat hem voorkwam, was bij een kind van den Heer M., hetwelk laboreerde aan eene vrij aanmerkelijke bloedzweer, ten gevolge waarvan het kind hevige pijnen leed. Bij elke poging echter tot afgang stegen deze in zoo hooge mate, dat het bijna niet tot bedaren was te brengen, hetwelk bij de ouders en ook bij hem de vrees deed oprijzen, dat misschien heden of morgen door het verschrikkelijk schreijen eene breuk zoude ontstaan. Die | |
[pagina 419]
| |
vrees bleek welgegrond te zijn; want drie dagen daarna werd de Doctor verzocht spoedig ten huize van den Heer M. te komen, omdat de ouders, als ook de baker, niet anders konden zien, of het kind had eene breuk gekregen. Na gedaan onderzoek bleek het hem, dat er wezenlijk eene breuk was ontstaan, en wel in de regter lies. Maar welk eene breuk? was het eene beklemde of niet? was dezelve nog al van eenigen omvang? heeft hij ook beproefd dezelve binnen te brengen? Dit alles blijft Dr. schönfeld ons schuldig. Terstond beproefde hij, onder toestemming der ouders, de genezing Homöopathisch en met weglating van alle uitwendig middel, band, windsel of dergelijke, en gaf dien zelfden dag eene gift Mag. Carbon. 30, den volgenden eene tweede. Reeds den morgen na de eerste gift was de breuk in omvang kleiner geworden; kwam evenwel, hoewel niet dikwijls, nu en dan nog buiten. Hij diende daarom op den vierden dag de Nux Vomica 30 in eene zeer kleine (Homöopathische) gift toe, en op den vijfden dag was de breuk geheel verdwenen. - Dat was dus wel een mirakel! Maar hoe was het met die zoogenaamde bloedzweer en met het daaruit voortvloeijende schreijen? Dat zijn hier punten van belang, waarover Dr. schönfeld zich vrij onnaauwkeurig uitlaat. Dit is nu een ziektegeval, door een' gepromoveerd' Medicinae Doctor opgesteld, en zullende dienen tot bevestiging der Homöopathie. De Schrijver zelf vergelijke eens een morbi casus van kopp, of van een' ander' dier weinige Homöopathen, die van alle wetenschappelijke kennis niet geheel zijn ontbloot, en hij zal zelf, bij eenig nadenken, dunkt ons, de ongenoegzaamheid van zulk een onvolledig ziektegeval inzien. Recensent is stellig overtuigd, dat, zoo een van hen zulk broddelwerk onder de oogen kreeg, hij zich over hetzelve zoude schamen. Non talibus auxiliis non istis defensoribus. - Nog onvollediger is het tweede geval, en praktisch als bewijs geheel onbruikbaar. Het derde geval, bevattende de behandeling van een' 15 jarigen jon- | |
[pagina 420]
| |
geling, die van zijn vierde levensjaar af aan twee liesbreuken had geleden, is van meer belang, omdat ten minste eenige der hoofdsymptomen niet zijn vergeten; maar waarom den naam niet voluit genoemd? Dat de Heer M., een man, die misschien rang in de maatschappij bekleedt, niet gaarne bekend wil staan, dat hij zich met zulk hocus-pocus heeft opgehouden, is ligt te begrijpen; maar eenen daglooner, dunkt ons, kon dat minder schelen; ook was het hem minder kwalijk te nemen, dat hij zich aan de regels van het gezond menschenverstand heeft vergrepen, omdat hij waarschijnlijk op een' lageren trap van beschaving staat.Ga naar voetnoot(*) In denzelfden geest zijn de overige hier aangehaalde ziektegevallen. Wij kunnen dezelve hier allen niet aanhalen, maar bevelen, zoo bij geval eenig Geneeskundige het boeksken in handen mogt krijgen, de lezing aan van het ziektegeval der vrouw met tumor albus. In 't kort, hij zal uit de diagnosis alleen der hier voorkomende gevallen kunnen opmaken, tot welke soort van Geneeskundigen de Vertaler van caspari's werkje behoort. |
|