De Werken en Dagen van Hesiodus, naar het Grieksch in Nederduitsche verzen gevolgd, door D.J. van Lennep. Tweede Druk. Te Amsterdam, bij P. Meijer Warnars. 1834. In 8vo. XX, 62 Bl. f :-90.
Het is een zeer aangenaam bewijs voor den goeden smaak onzer Landgenooten, dat deze vertaling den tweeden druk beleeft. Zoo gaat het. Goede waar prijst zichzelve. Wat wezenlijk schoon is, vindt altijd bewonderaars. Groote en kleine kinderen mogen eens de zoutelooze Humoristen bewierooken en met open' mond aankijken, gelijk zij den potsemaker op de kermissen aanstaren, wanneer hij rook uit de brommende kaken blaast; het verstandige gedeelte haalt met medelijden de schouders op, en troost zich met het denkbeeld, dat na korten tijd alle die Olla podrida's naar plaatsen verdwenen zijn, van waar ze nooit terugkeeren.
Het beste tegengift tegen valschen smaak en windbrekerij zijn en blijven de geschriften der Ouden, en wij verheugen ons ook uit dien hoofde over het verschijnen dezer tweede uitgave van de Werken en Dagen van hesiodus, waarvan de eerste uitgave in 1823 verscheen. De vertaling konde wel in geene betere handen vallen, dan in die van Professor van lennep. De geleerde man heeft zeer vele jaren aan de bearbeiding van den voortreffelijken Griekschen Dichter besteed, en zal denzelven zonder twijfel beter dan iemand verstaan; is zelf van nature een uitmuntend Dichter, en heeft dat natuurlijke talent door kunst en oefening uitnemend beschaafd.
De zoo keurig als verstandig geschrevene Voorrede plaatst den lezer juist op het standpunt, van hetwelk hij hesiodus beschouwen moet. De verzen zijn vloeijend, deftig, krachtig, het oorspronkelijke waardig. De Aanteekeningen zetten aan het onderwerp duidelijkheid en sieraad bij. Meer zullen wij niet zeggen tot aanbeveling van dit boekje, maar ons verslag eindigen met deze les van den ouden Griek: