Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835
(1835)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
De Christelijke Kerk, geschiedkundig beschouwd, in hare oorspronkelijke zuiverheid en opgevolgde verbasteringen. Naar het Fransch van den Heer Chenevière, door Cornelis Looijen. 's Gravenhage, bij G. Vervloet. 1834. In gr. 8vo. 61 Bl. f :-65.
| |
[pagina 217]
| |
hier niet verwachten; en in zoo kort bestek kunnen zoo vele zaken niet dan kort en oppervlakkig, somtijds ook min naauwkeurig, behandeld wordenGa naar voetnoot(*). Voor sommigen echter, die tot uitvoeriger werken geen toegang of lust hebben, kan zulk een kort overzigt niet onnuttig zijn. - De Vertaler heeft er hier en daar eene aanteekening bijgevoegd, die tot opheldering dienen kan, en van gezond verstand en bezadigd liberale Protestantsche denkwijze getuigt, gelijk Rec. bijzonder de laatste noot, bl. 60, 61, met genoegen gelezen heeft. De titel van No. 2 duidt genoegzaam den inhoud aan; en het oogmerk is, voor de gevaarlijke grondstellingen, listen en woelingen der Jezuiten te waarschuwen. - Vooraf gaat een kort overzigt van de geschiedenis dezer Orde. Hierop volgen 188, zonder eenige orde zamengebragte stellingen, waarin allerlei afschuwelijke misdrijven onder verschillende voorwendsels of voorbehoudingen vergoelijkt, of voor geoorloofd verklaard worden; waarna de plaatsen uit Jezuitsche schriften aangehaald worden, in welke die stellingen te vinden zijn. Verder worden de Jezuiten als Koningsmoordenaars voorgesteld; namelijk door opgave van eene lange lijst hunner schriften, waarin de Koningsmoord verdedigd wordt; maar vooral door korte aanteekeningen uit de geschiedenis van zoodanigen uit deze Orde, die zich aan zulke euveldaad hebben schuldig gemaakt. Eindelijk volgen de Monita secreta, of geheime Wenken voor het Genootschap van jezus, welker echtheid de mededeeler zelf erkent, dat betwist en twijfelachtig blijft, waardoor ons de opneming altijd eenig- | |
[pagina 218]
| |
zins bedenkelijk zou voorkomen, maar die hij nogtans geheel in den geest der Orde meent geschreven te zijn. - Ware nu van dit alles een beredeneerd geheel gemaakt, om, met behulp van de aangevoerde en andere historische bronnen, de Orde der Jezuiten in hare grondbeginselen en handelwijzen grondig te doen kennen, dan ware het welligt een belangrijk werk geworden, dat zich der lezing allezins kon aanprijzen: nu maken alle deze dorre opgaven eene lectuur, die wel eenige nuttigheid kan hebben, maar zich door hare aangenaamheid niet bijzonder aanbeveelt. |
|