hooren zult; met andere woorden, er is zoo veel gezond verstand, zoo veel godsdienstig en zedelijk gevoel, en te gelijk zoo goede zamenhang in alles, en zoo veel bevalligheid van voordragt in, dat ik het u om meer dan ééne reden kan aanprijzen, en ik de verrassing der nieuwheid niet voor u wegnemen wil, door u eene breedvoeriger schets van het werk te geven; en volgens eene aanteekening (D. I, bl. 199) kan ik u zeggen, dat de hoofddaad, de opoffering van laura, eene ware gebeurtenis is. Het heet een boek inzonderheid voor jonge vrouwen en moeders, en in het eerst dacht ik, dat dit slechts een uitlokkende titel was; maar nader zag ik, dat het toch bijzonder ook voor deze zeer nuttige dingen bevat: doch dit behoeft u, die dit niet zijt, of u, die dit misschien nog wel zoudt wenschen te worden, van de lezing niet af te houden, want gij zult er ook voor u veel bruikbaars in vinden, en het niet onvoldaan nederleggen. - ‘Maar heeft Mijnheer de Recensent dan niets aan te merken, dat hem in dit boek niet of minder goed voorkomt? Een Recensent heeft immers altijd wat te vitten.’ - Met uw verlof, mijne lieve Lezeressen! een Recensent en een vitter zijn geen namen van dezelfde beteekenis; en vervalt zelfs de eerste, hoe goed ook anders, er somtijds toe, dat hij op kleinigheden stoot of ze opzoekt, die hij, bij al het voortreffelijke, wel voorbij kon gaan, denkt dan, dat ook hij een mensch is, en hem iets menschelijks overkomt! - Maar gij vraagt, of Rec. over het boven aangeprezene boek dan niets meer te zeggen, er niets op aan te merken heeft. Ach! wat zou het baten, mijne Waarden! al ging hij zich nu eens in zijnen critischen regterstoel zetten, om deftige uitspraak te doen, wat hij schoon, en wat niet schoon, en waarom hij dit zoo vond; waarom hij dit of dat liever niet of anders gesteld zou hebben? De oorspronkelijke Schrijfster zou zijne wijsheid toch niet lezen; en bij de Vertaalster, die zich
zoo wél gekweten heeft, met dezen goeden Hoogduitschen kost in eenen goeden Nederduitschen schotel op te disschen, zou hij er slechten dank mede behalen; en gij, vreest hij, zoudt het toch niet lezen, maar liever het boek zelf, en daarover zelve oordeelen. - Misschien vindt gij dan met hem, dat het huwelijk van laura met steinau wat gemakkelijk en schielijk gaat, hoewel het in de gegevene omstandigheden, indien men zich in het werkelijke leven verplaatst,