Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835
(1835)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 87]
| |
Het werk, dat onder dezen titel wordt aangeboden, is geen gewone Roman. Eene verdichte geschiedenis dient alleen tot inkleeding, om een doorloopend geheel daar te stellen, terwijl de hoofdinhoud op werkelijk gebeurde dingen berust. Wij twijfelen niet, of zoodanige lektuur zal velen onzer landgenooten welkom zijn. Moge een schandelijk voortbrengsel van Fransch vernuft in eene en andere aanzienlijke stad gezocht en toegejuicht worden, wij gelooven echter, dat onze natie in het algemeen nog degelijkheid en ernst en godsdienstigen zin genoeg heeft, om in zedelooze geschristen geen' smaak te vinden. Evenwel is het niet te ontkennen, dat het lezen van vele Romans hier en daar toebrengt, om zekere ligtzinnigheid te bevorderen en het volkskarakter te doen verslappen. Uit dien hoofde zouden wij ons verblijden, en het voor een gelukkig teeken der tijden houden, zoo deze Protestant goeden aftrek mogt vinden. Ten behoeve van zoodanige lezers, die minder bekend met de geschiedenis van Engeland mogten zijn, laat de Vertaler, bij wijze van Inleiding, eene korte schets van de voornaamste gebeurtenissen, welke van den aanvang der zestiende eeuw af tot aan de komst van Koningin elizabeth tot den troon, ten jare 1558, aldaar plaats hadden, voorafgaan. Men heeft dus terstond een kort overzigt van dat zoo belangrijke tijdperk van strijd tusschen gewetensdwang en vrijheid, toen Spaansch geweld ook in ons Vaderland zoo vele onschuldigen op den brandstapel bragt, of een' anderen smadelijken dood deed ondergaan. Hendrik VIII was geen vriend der Protestanten, maar geraakte wegens zijne begeerde echtscheiding in onmin met den Paus, en begon nu op zijne wijze de Kerk te hervormen. Na diens dood, onder het Koningschap van zijnen minderjarigen Zoon eduard VI, werden verder nog bestaande misbruiken afgeschaft en verbeteringen ingevoerd. Ook erlangden de Geestelijken weder vrijheid, om, gelijk het in vroegere eeuwen was geweest, een wettig huwelijk aan te gaan. De Paus had echter in Engeland nog vele aanhangers, die de Hervorming afkeurden en tegenwerkten. Na den vroegtijdigen dood van eduard VI, in 1553, beklom maria, oudste dochter van hendrik VIII, den troon, en huwde ten volgenden jare aan philips, Zoon van karel V. De Koningin, Romes kerkleer toegedaan, liet de Protestanten vervolgen en | |
[pagina 88]
| |
mishandelen op zoo wreede wijze, dat zelfs gematigde Pausgezinden het grootelijks verfoeiden. Zij deed zulks, ofschoon zij plegtig had beloofd, op het stuk van Godsdienst verdraagzaamheid te zullen betoonen. De bekwame Engelsche Schrijfster stelt in een treffend tafereel de treurige gebeurtenissen dier dagen voor. Zij overdrijft niet; maar blijft der waarheid getrouw in het schetsen der karakters, zoo van Roomschen als Onroomschen. Men bemerkt overal den geest des tijds in zekere opgewondenheid der gemoederen, lage wreedheid en domme heerschzucht aan den eenen, edele geestdrift voor eene heilige zaak en vastheid van beginselen aan den anderen kant - voorts ook dat bijzondere, hetwelk den Engelschen landaard onderscheidt van andere volken. De hoofdpersoon is owen wilford, die, echtgenoot en vader zijnde, het predikambt aanvaard had in den tijd, toen aan Geestelijken de vrijheid was hergeven, om eene huwelijksverbindtenis aan te gaan. Algemeen bij zijne Gemeente en ook bij velen buiten dezelve bemind, zoo om zijne kunde, als om karakter en wandel, predikte hij de Hervormde leer met de beste gevolgen; doch juist hierom wordt owen, de Protestant, gehaat door de thans weder bovendrijvende Pausgezinde partij, die eerst list en kunstgrepen beproeft, nu eens beloften en dan weder bedreigingen bezigt, om hem tot verzaking van zijn geloof te bewegen. Hij toont zich standvastig, en wil liever het smartelijkste leed ondergaan, dan, tegen zijne overtuiging, de Roomsche kerkleer belijden. Alice, zijne waardige echtgenoote, is een voorbeeld van stille, vrouwelijke deugd, en draagt haar kruis met Christelijke lijdzaamheid. Rose, de zeventienjarige dochter, toont zoodanige sterkte van geest en zoo verheven' moed, dat zelfs de bitterste vijanden verbaasd staan. Men moet de buitengewone omstandigheden van dien tijd in aanmerking nemen, om te kunnen begrijpen, wat een teeder meisje, opgevoed in de beginselen der onderdrukte voorstanders van Kerkhervorming, door de kracht des geloofs vermag. Eduard, de zoon, een edel en vurig jongeling, geraakt mede in moeijelijkheden. Abel allen, de oude getrouwe knecht met zijnen getrouwen hond, deelt in het lief en leed der familie. Deze man speelt zijne rol zeer goed; alleen zouden wij zeggen, dat de Schrijfster | |
[pagina 89]
| |
soms hem eene hier minder passende geestigheid heeft willen in den mond leggen. De vervolgers van de onschuldigen onderscheiden zich door verfoeijelijke boosheid en verregaande laaghartigheid. Doch daadzaken, in de Geschiedenis van dien tijd opgeteekend, bewijzen, dat de Schrijfster hen geenszins te zwart heeft geschilderd. Sir richard southwell daarentegen is een man, die wel uit innige overtuiging de Roomsche kerkleer aankleeft en zulks ter zaligheid noodig acht, maar toch eenen afkeer heeft van het ketterdooden. Uit zwakheid laat hij zich door een' Spaansch' monnik geheel beheerschen. Door de schuld van dien sluwen biechtvader wordt de goedhartige vader, in weerwil van zichzelven, wreed tegen zijne eenige dochter. De verschillende karakters zijn allen goed volgehouden. Men leest de beide boekdeelen met toenemende belangstelling tot het einde toe. Wij hebben de vertaling niet kunnen vergelijken met het oorspronkelijke. Het kwam ons echter voor, dat misschien hier en daar een beter woord had kunnen gekozen worden. Enkele fouten, als der nacht, der herfst, zijn er ingeslopen. |
|