Beethoven's laatste poging.
Bij eene repetitie van 's mans Fidelio te Weenen wilde hij zelf de Opera besturen. Hij greep den maatstok, en sloeg in 't ronde, even als iemand, die in de lucht schermt, of liever, gelijk een blinde Koning, die tot zijn volk meent te spreken, en in een ledig veld zijne stem verheft. De oude man had namelijk het gehoor verloren, en stond daar nu met zijne stoppelige grijze kruin, vergrijsd gelaat en kleine graauwe oogen; alleen de laatsten waren nog van echten stempel; maar de maat was hem ontgaan, en de schepper der Fidelio wierp de tempo's als een chaos door elkander. Niets aandoenlijker, dan een vader, die zijn kind wil liefkozen en - het smarte aandoet! De Orchestmeester umlauf stond achter hem, en sloeg de regte maat; en terwijl de oude, eigenlijke held zijn oud, wigtig zwaard meende te zwaaijen, zwaaide hij slechts een' galanteriedegen! Nog vóór de uitvoering der Opera voor het publiek gevoelde hij zelf zijn onvermogen, en stond den muzikalen schepter met een gebroken hart af.