Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834
(1834)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 144]
| |
drijf komen twee onzekerheden, twee ware doodsangsten voor twee Actrices voor, die, als 't ware, de haren doen te berge rijzen. De eene zocht de andere te overtreffen, te overschreeuwen, te overhuilen, te overkermen. Nooit in mijn leven heb ik zulk een' dramatischen kamp aanschouwd! Beide schenen niet geregen, om des te vrijer en fraaijer te kunnen wanhopen. Ik voor mij mag dat geweldig rekken en trekken der jammer- en vreugde-momenten, dat oneindig verwelkomen en afscheidnemen niet lijden; den Parijzenaren schenkt het ongemeen vermaak. Ik heb op mijn horologie den duur der liefdesverklaring en innige omhelzing van Gilbert en Johanna, in het derde bedrijf, gadegeslagen, en bevonden, dat, toen de jonge luidjes elkander viermaal gekust en omarmd hadden, veertien minuten verstreken waren! Eene stem uit den bak riep ook: Eh bien, finissez derrière les coulisses! De Dichter heeft opzettelijk dergelijke tooneelen, bij welke een kreet van angst of van vreugde volstaan kon, in zamenspraken ontleed. De Franschen zien dit gaarne; zij kussen en pakken en drukken in gedachte mede! Te midden van het spel kwam de wederpartij van hugo, alexander dumas, binnen. Terstond schreeuwden zijne vereerders: Voici dumas! vive dumas! Hij wenkte, en beval stilzwijgen. Eene Actrice las, gedurende de roerendste tooneelen, in een' roman; dit vergramde de Hugoïsten: Lisez chez vous! riep men haar toe. Partij klapte in de handen. Men verscheurde een exemplaar van hugo's werken op den derden rang, en wierp het in snippers in den bak. - Que c'est donc? - ‘Niets, niets; wij kritiseren den Heer hugo naar verdienste.’ Algemeen rumoer en geschreeuw: A la porte, à la porte! De recensent spreekt tot het publiek, en wil bewijzen, dat victor hugo geen Tooneeldichter is. Men hoort niet naar hem, maar schreeuwt en raast, tot dat weêr iets anders de oplettendheid elders overbrengt. Koning leopold verschijnt, en zet zich op eene afgeslotene plaats (Sperrsitze). Bravo! vive le Roi! vive la Loyauté. - ‘Stilte!’ Het schelletje laat zich hooren; het orkest grijpt naar de violen. La Marseillaise! avant tout la Marseillaise! Gelach, bravo's. Men speelt de Marseillaise; alles accompagneert. Da capo! bis! - Le Chant de Départ! - Allons, c'est assez; contentez-vous, Républicains! Dit woest gedruisch vernieuwde zich in al de tusschenbedrijven. Gedurende het stuk floot en klapte men, en som- | |
[pagina 145]
| |
wijlen zoo erg, dat de stads Serjanten hunne hoeden opzetteden en in de zaal kwamen, om de rust te herstellen. Dit leverde nieuwe stof tot gelach, en was tevens een middel tot verzoening - voor weinige minuten. Ik berekende, dat de vertooning, door al dat schandaal, een uur langer duurde. Eenige plaatsen van het Drama verwekten een' wezenlijken opstand. Men was verpligt het scherm te laten vallen, ter plaatse, waar de Koningin, te midden van het volksoproer, den Minister vraagt: ‘Wilt ge u door het kanalje laten overmeesteren?’ - Comment! elle nous appelle canaille? - Allons donc, riep een ander; elle parle des Anglais. Dit wekte een algemeen gelach, en de rust keerde weder. Per slot was iedereen voldaan, en riep de beide Actrices terug, terwijl honderden zich daar tegen aan kantten en à bas victor hugo! brulden. Velen van dezen waren voor dat schreeuwen betaald. Zoo ver gaat de kabaal! Ondanks dit alles, is victor hugo door dit stuk 100,000 fr. rijker geworden. |
|