heeft, nedergelegd. Zóó - dan is het boek eene reisbeschrijving? Het valt moeijelijk, op deze vraag enkel ja of neen te antwoorden. De Brieven hebben zekerlijk veel van eene reisbeschrijving, voor zoo veel zij uit verschillende plaatsen geschreven zijn, en het merkwaardige van het land en deszelfs bewoners vermelden; maar weinig, zoo men let op de aanmerkingen over wetenschap en kunst, over wereld en menschen, over staatkunde en Godsdienst, waarmede het geheel als doormengd is. De Nederduitsche Vertaler heeft de Brieven daarom met regt Tafereelen genoemd. Hetgeen dit boek onderscheidt en het belangrijke van deszelfs lezing verhoogt, is, gelijk wij reeds zeiden, het eigenaardige, wat de rang van den Auteur daaraan bijzet. Deze toch is een man van de fijnste beschaving, van veel kennis, veel geest en vernuft, die de gave bezit, om alwat hem voorkomt juist te beoordeelen en naar waarheid voor te stellen; die in alle kringen op zijne plaats is, den goeden toon weet te treffen, en de kunst verstaat, om aan de gezellige verkeering genoegen en bevalligheid bij te zetten. Maar gij zegt welligt, dat alle deze gaven niet van eene hoogaanzienlijke geboorte afhangen; dat ook de niet adellijke die gaven bezit, ja dat zelfs vele van dezelve schaarscher gevonden worden, naar mate men meer in rang opklimt. Dit zij zoo; maar deze Brieven hebben nogtans iets, wat dezelve van alle berigten onderscheidt, welke door reisbeschrijvers uit den burgerstand, hoedanige dan toch de meeste zijn, over Grootbrittanje zijn medegedeeld; het bestaat hierin, dat zij de kringen voor ons openen, welke voor een' ieder gesloten blijven, die niet van eene zoo hooge afkomst is. De Auteur, die te Londen op een' voet leefde, welke aan zijnen stand in de wereld beantwoordt, had den toegang tot de eerste kringen en gezelschappen. Alwat door geboorte en aanzien, rijkdom, luister en talenten zich onderscheidt; het
Hof, de Staatsministers, de vreemde Gezanten, de Leden van den hoogen Adel in de stad zoo wel als op het land - alles wordt door hem als ooggetuige beschreven. Nu ontmoeten wij hem, als gast, op een buitengoed van een' Graaf, Hertog of aanzienlijken partikulier, dan op een diner of souper bij een' Ambassadeur of Bankier, of op een' avond in den Travellers-club; hier wordt het groote diner van den Lord Major beschreven, daar een rout of almack; nu vergezellen wij hem op een uitstapje naar de streken en plaatsen, waar de geliefkoosde sports gehou-