Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Muzijk. (Naar het Engelsch van thomas moore, Irish Melodies.) Wanneer de zorg ons hart verteerde, En 's levens lust en hoop verdween, Ach, dat de toon dan wederkeerde, Die ons als kind zoo lieflijk scheen! Hoe zielverheffend zijn de zangen, Die 't vroeg voorleden doen ontstaan! Zij toov'ren lachjes op de wangen, En stelpen menig' bitt'ren traan. Gelijk het koeltje, dat komt spelen Langs 't geurig bloeijend bloemenbed, Zoo kan die zang den boezem streelen, Die 't jeugdig hart in vlammen zet; Dat koeltje zweeft en strooit zijn' balsem Op menig stervend bloempje neêr: Is 't levenszoet verkeerd tot alsem, Muzijk! gij schept dat zoet ons weêr. Muzijk! hoe zwak zijn zelfs de woorden Der rijkste taal, wanneer gij spreekt! 't Gevoel verstomt bij uwe akkoorden; Gij schenkt, wat elke taal ontbreekt. De Vriendschap schendt vaak ons vertrouwen; De Liefde is somtijds valsch, en vliedt: Op uwen zang is vast te bouwen; Zij streelt de ziel, en huichelt niet. lublink weddik. Vorige Volgende