Brief van een' St. Simonist.
Onder het getal der St. Simonisten, die zich naar het Oosten begeven, bevindt zich de Heer decharme, kweekeling der Polytechnische school, Ingenieur der Bruggen en Wegen van het Arrondissement Toulon, en de Heer de prax, Scheepsluitenant, die beiden hun ontslag hebben ingezonden, ten einde zich toe te wijden aan het St. Simonismus. Des laatstgemelden schrijven luidt aldus:
Toulon, den 16 Maart 1833, den Dag des Vaders, het Jaar der Moeder.
Zij zullen hunne zwaarden slaan tot spaden en hunne spiesen tot sikkelen: het eene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, noch zij zullen geene oorlogen meer leeren.
jes. II:4.
Mijnheer de Minister!
Ik had de Militaire loopbaan gekozen, dewijl dezelve roem en eer belooft aan hem, die niet schroomt zijn leven op te offeren ter verdediging des Vaderlands. Thans, verlicht door het nieuwe Geloof, hetwelk de vader zijnen zonen heeft toevertrouwd, gevoel ik, dat God heeft opgehouden de God der Legers te zijn, van het tijdstip, dat hij den degen van derzelver laatsten Veldheer verbroken heeft. Hij wil, dat de wegen der toekomst enkel wegen des Vredes zullen zijn; want eene Vrouw zal welhaast verschijnen, die in Zijnen name geluk en blijdschap zal geven allen Volken der Aarde.
Epauletten en een degen, Mijnheer de Minister, passen geenen Geestelijke; ik stel dezelve weder in uwe handen, ten einde mijn geheele bestaan toe te wijden aan het Apostelwerk.
Ik heb de eer, Mijnheer de Minister, te zijn, enz
prax, Scheepsluitenant.