Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Holland. Graauw is uw hemel en stormig uw strand, Naakt zijn uw duinen en effen uw velden, U schiep natuur met een stiefmoeders hand, - Toch heb ik innig u lief, o mijn Land! Al wat gij zijt, is der Vaderen werk; Uit een moeras wrocht de vlijt van die helden, Beide de zee en den dwing'land te sterk, Vrijheid een' tempel en Godsvrucht een kerk. Blijf, wat gij waart, toen ge blonkt als een bloem: Zorg, dat Europe den zetel der orde, Dat de verdrukte zijn wijkplaats u noem', Land mijner Vad'ren, mijn lust en mijn roem! [pagina 96] [p. 96] En wat de donkere toekomst bewaart, Wet uit baar zwangere wolken ook worde, Lauw'ren behooren aan 't vleklooze zwaard, Vaderland! eenmaal het vrijste der aard'. In Zweden. 1832. e.j. potgieter. Vorige Volgende