Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833
(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 675]
| |
De Boekhandelaar bezat mooije prentjes (zonder tekst?) en zocht den Schrijver aan, om daarbij een nuttig en onderhoudend boekje voor de Nederlandsche jeugd te maken. Dit is de gewone orde omgekeerd, dewijl anders platen gemeenlijk dienen, om het reeds geschrevene op te helderen, te verzinnelijken, of den indruk te verlevendigen en te bestendigen. Gelukkig, evenwel, gold het hier de wetenschap, en wel die der Natuurlijke Historie. De Heer robidé van der aa wilde of konde het aanzoek van zijnen vriend niet afslaan; en hetgene hij, als jongeling, uit linnaeus, buffon, blumenbach en anderen opteekende, en later aanvulde en wijzigde, ten gebruike bij de Lessen, op de Herinneringschool van het Leeuwarder Departement Tot Nut van 't Algemeen over de Natuurlijke Geschiedenis gehouden, (door den Schrijver?) leverde hem de bouwstoffen. Hij bepaalde zich (waarschijnlijk omdat de plaatjes zulks deden) enkel tot het Dierenrijk, in uitgebreiden zin. Het plan van den Heer beijerinck, die te dezen in zijne keuze geen' ongelukkigen greep deed, is, over het geheel, door zijnen vriend zoo wèl uitgewerkt, als ons in de gegevene omstandigheden mogelijk schijnt. De Heer van der aa heeft zich de gave, om voor kinderen en jongelieden te schrijven, eigen gemaakt, en weet, ook bij het vermelden der meest bekende bijzonderheden, daaraan iets onderhoudends en den leeslust prikkelends bij te zetten. Zoodat wij dit keurig uitgevoerde en netjes ingebonden werkje, met zoo vele lieve plaatjes, bijzonder geschikt keuren, om tot een geschenk te dienen ter belooning van kinderdeugd en kindervlijt. In bijzonderheden, ter staving van deze onze uitspraak, mogen wij niet treden. |
|