Adeline en Augusta. Een Verhaal. Naar het Hoogduitsch van Ame(a?)lia Schoppe, geb. Weis(s?)e. Met Platen. Te Leeuwarden, bij G.T.N. Suringar. 1833. In kl. 8vo. 208 Bl.
In lang hebben wij geen vertaald boekje gelezen, zoo geschikt ook voor onze jeugd, zoo leerzaam, zoo onderhoudend, zoo kinderlijk en toch niet kinderachtig geschreven! De hoofdleering is het bevorderen van tevredenheid met en in den nederigen stand, waarin de Voorzienigheid ons plaatste, aangedrongen door het treffend voorbeeld van twee geheel verwende jonge meisjes uit den hoogeren kring, die, naar het plan van den verstandigen vader, den Minister von Stein, door de voortreffelijke moeder der kinderen uit eerstgemelde klasse op den regten weg tot het waar geluk worden teruggeleid, echter niet dan na het, door eigene schuld, ondergaan van moeijelijke beproevingen; zoodat zij in het einde door schade en schande wijs worden. Wij willen onze jonge Lezeressen (want voor dezulken is het werkje inzonderheid bestemd, althans geschikt) de verrassing niet ontnemen, door meer van den inhoud op te geven; maar alleen nog zeggen, dat het lieve boekje zich bovendien zoo bevallig en netjes voordoet, (de plaatjes echter zijn wat donker uitgevallen) dat het, na het reeds vermelde, zich zijnen weg tot de kinderboekerij en het kinderhart zelve wel banen zal.