ken op den lentemorgen van Vrijdag, (bl. 133-138) bestaan de voornaamste uitweidingen in de beschouwing van dien dag, als gedenkdag van jezus' dood, waarbij de geschiedenis van zijn leven, vooral van zijn laatste lijden, breedvoerig verhaald wordt (bl. 138-154), en verder, na eenige tusschenrede, in een verdicht romanesk verhaal van twee gelieven (bl. 157-172). De Zaturdag, eindelijk, is eene morgenwandeling naar de begraafplaats van een dorp, met eenen bejaarden vriend, welke tot verschillende uitweidingen en gesprekken, zoo als over het begraven in of buiten de kerk, over de scheppingsgeschiedenis, over het sterven, over eenige daar begravenen, enz, aanleiding geeft. - Uit deze hoofdzakelijke inhoudsopgave blijkt, dat hier voor de verscheidenheid genoegzaam gezorgd is; maar of de eenheid des onderwerps, volgens het opgegeven hoofddoel der Schrijfster, daardoor niet geheel verloren ga, is eene vraag, die wij wenschten ontkennend te kunnen beantwoorden.
Rec. wil met het bovenstaande niemand afraden, ook dit werkje bij de overige der begaafde Schrijfster te voegen. Integendeel, wie niet te veel aan den titel denkt, die zal ook hier zeer veel goeds vinden. - Trant en stijl zijn te over bekend, dan dat het noodig zou zijn, eenig uittreksel te geven, of op het een en ander eenige aanmerkingen te maken. Daarenboven, zoo iemand der Nederlandsche Schrijvers of Schrijfsters aanspraak heeft op hoogachting wegens aanhoudend nuttige werkzaamheid, en tevens op toegevendheid in het beoordeelen, voorzeker dan is het Mejufvrouw p. moens, ‘welker gezangen reeds in de kindschheid aan de lente gewijd waren,’ (Rec. herdenkt nog altijd, met welk een genoegen hij, nog jongeling, haar dichtstuk de Lente las en herlas) en voor welke nogtans niet anders dan ‘de verbeelding de schoone lustprieelen der lente ontsluiten kon, waarin zij de treurigste gedachten niet zelden ontvlugtte;’ en die in dezen toestand nog voortgaat, hare klimmende jaren aan Natuur en Godsdienst, aan deugd en menschenheil toe te wijden. Moge de voortreffelijke Vrouw hiervan, voor zichzelve zoo wel, als bij het algemeen, steeds de beste voldoening oogsten!