Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833
(1833)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 93]
| |
Boekbeschouwing.Hugonis Grotii Annotationes in Novum Testamentum. Denuo emendatius editae. Volumen VI. continens Annotationes in Pauli Epistolas ad Romanos, Corinthios, Galatas. 8vo. maj. 602 pagg. Vol. VII. continens Annotationes in Pauli Epistolas ad Ephesios - Philemonem et in Epist. ad Hebraeos. 518 pagg. Vol. VIII. continens Annotationes in Epistolas Catholicas et Johannis Apocalypsin. 460 pagg. Groningae, ex officina W. Zuidema. 1828-30. 8vo. f 14 - :De steller dezer aankondiging vereenigt zich ten volle met het goede, door den Recensent der vorige deelen van deze nieuwe uigave der Annotationes in N.T. van grotius gezegd. Sedert lang gebruikt hij met het hoogste genoegen en nut dit meesterstuk, dat zich tot eene vraagbaak voor alle Christelijke Bijbeluitleggers in Europa heeft verheven, ofschoon werk, niet van een' Godgeleerde ex prosesso, maar - een bijkans eenig verschijnsel in de letterkundige geschiedenis - van eenen Regtsgeleerde en Staatsman. De groot, wien de Heer de clercq niet ten onregte de grotius van Europa noemt, heeft in zijne Annotationes den koninklijken weg der historisch-grammatikale uitlegging van het N.T. bewandeld; en zoo lang de Godgeleerde zijne geheele wetenschap - de Godsdienstleraar zijne verkondiging van de leer der zaligheid op den gezonden zin der Heilige Schrift bouwen, zoo lang zal 's mans werk worden geëerbiedigd en gebruikt, hoe ook sommigenGa naar voetnoot(*), met verschillende inzigten, den roem van | |
[pagina 94]
| |
onzen landgenoot als Bijbeluitlegger hebben pogen te verdonkeren. Dankbaar moeten wij het inderdaad erkennen, dat geen gering gedeelte van het licht, waarin zich de echt liberale Theologant in onze dagen verheugt, door grotius is ontstoken. Het is dus niet te verwonderen, dat dit werk meermalen werd uitgegeven; als: te Parijs 1644, 1646, 1649; te Londen 1660; te Amsterdam 1679, 1698; te Bazel 1732; te Erlangen en Leipzig 1755 en volg. bezorgd door c.e. de windheim; te Halle 1775 door vogel en doederlein; terwijl het almede is afgedrukt in de Biblia Critica, Francofurt. 1695, en in calovii Biblia Illustrata, Dresd. 1719. Maar desniettegenstaande waren deze Annotationes van grotius niet gemakkelijk te bekomen; waarom dan ook de uitgave, waarvan wij de laatste deelen aankondigen, met graagte ontvangen en in veler handen is. Trouwens het boek verdient nocturna versari manu, versari diurna. Inzonderheid willen wij het ernstig aangeprezen hebben aan onze aankomende Godgeleerden op de vaderlandsche Hoogescholen. Zij mogen er zich het uitgebreidste nut van beloven; terwijl het schoone Latijn - eene zeldzame verdienste in Exegetische schriften - ook langere aantekeningen met veel genoegen lezen doet. Indien alleen deze deelen geheel doorgelezen en met eene of andere vroegere uitgave doorgaande vergeleken te hebben, bevoegd maakte tot aankondiging en recensie, dan verklaart zich Rec. daartoe onbevoegd; maar hij heeft toch hier en daar zich van de naauwkeurigheid van dezen afdruk overtuigd, en vindt alle reden, om den uitgever dien lof te geven, waarop deze aanspraak heeft; terwijl hij hoopt, dat de bladwijzers, uit welke het volgende, laatste deel zal bestaan, zich door dezelfde naauwkeurigheid zullen kenmerken. |
|