Novum Carmen Latinum, dicatum Collegio Spei Nauticae Amstelodamensi. Amstelodami, apud G.J.A. Beijerinck. 1832. 8vo. 30 pag. f : - 50.
Niet minder schoon, dan het met roem bekende Carmen elegiacum van denzelfden, zich niet noemenden, doch aan velen niet onbekenden, achtingwaardigen Dichter, is dit novum Carmen. Bl. 17 hinderde ons een harde regel:
waar, volgens den gewonen
rhythmus, de rust achter
fraus zou moeten invallen; doch de zin vordert:
,
quo Il
fraus Angla ,
onus.
Soortgelijke aanmerking hebben wij, bl. 27, op:
Dit zou moeten klinken:
non |
pudor,
terent. Maar de zin gebiedt het aldus:
, |
nam est |,
terent. Zoodat de
pentameter daar bijna de kadans heeft van een
versus jambicus trimeter hypercatalecticus; schoon anders het
metrum goed is. Men hoore:
,
nam est pudor,
terent.
Toen wij, bl. 6, lazen:
Parva tibi est,
parva est Europa,
Philippe.
dachten wij eerst, dat het eene schrijf- of drukfout was voor:
Parva tibi &c., schoon wij nog liever
hadden. Doch bl. 13, waar wij vonden:
Litora viderunt hoc scelus.
overtuigde ons, dat de Dichter
verkiest. Is hiervoor