Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832
(1832)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijIn vreemde taal niets nationaal.(Eene ware Anekdote.) Voor zeker Hoeden - magazijn
(Ik zou het liever winkel heeten,
Maar 't woord is oud en afgesleten)
| |
[pagina 740]
| |
Was keur van hoeden ligt en fijn,
Met briefjes, om de vaste prijzen
En soorten ieder aan te wijzen.
Daar stond er onder allen een,
Die, met zijn' spitsen bol en slappe breede zoomen,
Heel ongemeen,
Doch, naar het scheen,
Uit de oude doos gekomen,
En echter, naar zijn' nieuwen gloed,
Een vaderlandsche ronde hoed;
Een manshoed, namelijk; en 't opschrift, lieve lezer,
Was: mode national. Gij voelt nu wel, dit wees er
Den smaak en soort terstond van aan.
Een spotter, dien ik daar vond staan,
Den winkel deftig ingetreden,
Vraagt stemmig: ‘Ben ik hier teregt
In 't magazijn van nieuwigheden,
Alwaar, gelijk mij is gezegd,
De hoed verkocht wordt, die mij vader landsch zal kleeden?’ -
‘O ja, Mijnheer! (zegt fluks een vaardige gezel)
Hier heeft Uw Edele 't model.’ -
‘Maar, jongenlief, versta mij wel!
Mijn hoed moet vader landsch, dat is, goed Hollandsch wezen,
En kwalijk kan ik 't opschrift lezen!’
Oud-Nederlanders! weest toch waarlijk nationaal,
(Naauw gun ik zelfs dit woord bij ons een goed onthaal)
En houdt u bij uw moedertaal.
Amsterdam, 1832. p. hanou van arum. |
|