Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832
(1832)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAandoenlijke onnoozelheid.Door zielverkoopersGa naar voetnoot(*) opgespeurd,
Werd Fredrik, de afgod zijner moeder,
Den nooitverzaden Dood tot voeder,
Ten krijg meêdoogloos heengesleurd,
Vaak ging de troostelooze vrouwe,
Al weenend, naar de naaste stad,
Waar een Maria beeld voor elken nood en rouwe,
Naar luid van 't volksverhaal, een wonder vaardig had.
Hier smeekte zij, als om haar leven,
Den dierbren zoon haar weêr te geven.
Zoo smeekte zij een jaar; en, tot haar zielsverdriet,
Haar Frederik verscheen maar niet! -
‘Hij, die geen lijden kent, die kent ook geen erbarmen!’
Dus spreekt ze, en, als een pijl zoo snel,
Neemt zij 't Maria-beeld het Kindeken uit de armen,
En ijlt er mede uit de kapel;
Zij zet het, ver van daar, in eenen boomstam neder,
En komt met vochtige oogen weder,
En fluistert, spijtig, der Madonna in het oor:
‘Nu voelt ge eens, wat het zegt, dat men zijn kind verloor!’...
Maar, stom gelijk een visch, deed zij geen wonderteeken;
En, mogt ook 't moederhart van fellen weedom breken,
Zij, doof voor moedersmart, bleef werkloos, als vereelt.
Nu werd haar oog verlicht, en 't Heiligbeeld - een beeld;
Zij wierp zich, in den geest, voor aller Vader neder,
En zachte kalmte keerde in hare ziele weder.
IJ. |
|