Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832
(1832)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijLied voor niet gedecoreerde schutters, die hunnen pligt hebben gedaan.Zangwijze: Het Volksiied van tollens. Wien Neêrlandsch bloed in de adren vloeit,
Wie Deugd en Eer bemint,
Wiens hart voor Land en Koning gloeit,
Haakt naar geen Ordeslint.
Hij strijdt voor 't regt, voor haard en huis,
Met onverzwakten moed;
Maar bedelt om geen Ridderkruis,
En lacht om hem, die 't doet.
Geen Riddrendos dekt ons de borst,
Maar vurig klinkt ons lied;
Maar 't hart slaat warm voor Land en Vorst;
Naar deksel haakt het niet;
En menigeen gaf kruis en lint,
(Die ware kinderschat!)
Indien hij 't vuur, dat ons verbindt,
In 't ijskoud hart bezat.
| |
[pagina 96]
| |
Wij dragen Kruis noch Ridderband;
Maar hoe! - wat deert dit ons?
Wij vreesden, voor ons Vadetland,
Noch staal noch loodgegons.
Maar hij, die pligt en eer vergat,
Die ons, in nood, verliet,
Die, als een kind, te schreijen zat,
Is onze makker niet.
Vrij toon' hij thans zijn Ridderlint
Aan Schouwburgzaal en Bal,
Als waar' hij naauw met de Eer bevrind;
Dit schaadt ons niet met al!
Ons klopt de boezem ruim en ligt,
En vrij klinkt stem en snaar;
Geen lafheid kleurt ons aangezigt;
Geen Kruis drukt ons te zwaar.
Wij haalden brood, noch drank, noch houtGa naar voetnoot(*),
Toen 't voorwaarts! voorwaarts! klonk;
Maar stonden pal en streden stout,
Waar 't Belgisch moordvuur blonk.
Wij gaven, wakker, vonk en vuur,
In bosch, moeras en veld;
Maar zochten nooit, in huis of schuur,
De glorie van den held.
Elk onzer, wiens geveld geweer
Het roofgespuis verjoeg,
Haakt naar geen schim van Riddereer;
Zijn deugd is hem genoeg.
Hij strijdt voor 't regt, voor haard en huis,
En wat hij dierbaarst heeft,
Ook zonder Lint of Ridderkruis,
En - zegepraalt, of - sneeft.
|
|