Het Nicotiaansche kruid, en uitzicht op mijn dood. Van wijlen Mr. willem bilderdijk. Voorafgegaan door een Levensbericht des Dichters. Te Rotterdam, bij A.F.H. Smit. 1832. In gr. 8vo. VI en 48 bl. ƒ 1-40.
Dit werkje, zoo zindelijk gedrukt en uitgedost, zal, inzonderheid om het daarin vervatte Levensberigt, wel druk worden gekocht en gelezen. Voor onszelven zijn wij echter over dat Levensberigt het minst van alles voldaan: want het bepaalt zich tot grootendeels algemeen bekende bijzonderheden. Alleen de oorzaak van 's mans ballingschap, in 1795 tot 1806, zal den meesten eenig meerder licht geven, dan zij te voren hadden. Van het eerste huwelijk en de telgen daaruit geboren, en van de aanknooping der tweede echtverbindtenis, wordt veel te weinig gezegd. Intusschen zijn wij dankbaar voor het geleverde. De Uitgever, door den Heer van der hoop, die de taak op zich had genomen en mogelijk betere bescheiden had, te leur gesteld, heeft geleverd, wat hij konde. Het spijt Recensent, die weinig van des Dichters geschiedenis weet, niet meerder te vinden, dan ons thans wordt aangeboden: echter wordt dit eenigermate vergoed door de belangrijke aanteekeningen op het uitzicht op mijn dood, door bilderdijk zelven. Om die aanteekeningen alleen, welke ons in de ziel des vereeuwigden Dichters blikken doen en ons gewigtige bijzonderheden uit zijnen levensloop en nopens zijn ligchaamslijden mededeelen, zou dit werkje verdienen gekocht te worden, al ware er niets meer in te vinden. Het dichtstuk, waar die aanteekeningen toe behooren, beantwoordt niet aan den titel. In plaats van uitzicht op mijn dood, zou het eigenaardiger heeten, terugzigt op mijne levensbaan. Wat dichterlijke waarde betreft, geven wij de voorkeur aan het Nicotiaansche kruid, een inderdaad verdienstelijk hekeldicht. Ja! het is overdreven: het tabakrooken en snuiven wordt in een veel erger daglicht geplaatst, dan zulks, buiten geval van onverstandig misbruik misschien, verdient. Maar een hekeldicht mag en moet overdreven zijn in de voorstelling van gebreken, zoo er slechts, in den grond der zaak,
waar-