Neêrlands Heldendaden te Land, van de vroegste tijden af tot in onze dagen, door J. Bosscha,Hoogleeraar aan de Militaire Akademie te Breda. Iste en IIde Aflevering. Te Leeuwarden, bij G.T.N. Suringar. 1832. In gr. 8vo. 36 Bl. ƒ :-45.
Tot dusverre was de Geschiedenis van Oud-Nederland, in hoe vele voortreffelijke werken ook behandeld, nog niet opzettelijk, in haren geheelen omvang uit een krijgskundig oogpunt, bearbeid geworden. En toch is de heldenroem, door den Nederlander zoo ter zee als te land met stroomen bloeds betaald, - toch is de roemrijke verdediging van den vaderlandschen grond, gedurende eene reeks van Eeuwen, overwaardig, om, onvermengd met al het andere, 't welk de Geschiedenis van een Volk uitmaakt, als in één aaneengeschakeld tasereel behandeld te worden. Het kan dus niet anders dan aangenaam zijn voor elken beminnaar van het Vaderland, dat, terwijl een onzer grootste Geschiedkundigen (de Archivarius de jonge) reeds ver met de bearbeiding der Geschiedenis onzer Zeemagt gevorderd is, de Hoogleeraar bosscha ons aanvankelijk het begin levert eener Geschiedenis van Neêrlands Heldendaden te Land.
In eene korte Inleiding geeft de Heer bosscha het doel van dit werk aldus op: ‘- leiding van den Nederlandschen Krijgsman tot de Geschiedenis van zijn Vaderland, als tot eene edele verlustiging; opwinding van het Nationaal gevoel, en ontgloeijing der Vaderlandsliefde bij hem, en bij elk, wien het onderwerp tot de lezing mogt uitlokken; ten einde op die wijze bij zoo velen mogelijk de krachtigste prikkels aan te brengen tot maatschappelijke pligtsbetrachting.’ Hierop begint de eerste Asdeeling van het werk, onder den titel van: Tafereelen uit de vroegste en de Grafelijke tijden. A. De Batavieren, bl. 5-16. B. De Friezen, bl. 17-36. Beide deze tafereelen zijn zeer beknopt, doch tevens oordeelkundig ontworpen, en in een' gepasten stijl voorgedragen. Het zoude gewis den Schrijver weinig moeite gekost hebben, deze schets aanmerkelijk uit te breiden, waartoe de werken van de st. simon en foeke sjoerds, om van de bronnen, uit welke deze geput hebben, niet eens te gewagen, hem rijken voorraad aanboden; maar het is duidelijk, dat zijn bestek (het werk