Christelijke raad en troost in donkere dagen. Een woord uit het hart tot het hart van allen, die goeden raad en troost noodig hebben en ontvangen willen. Door J. Corstius,Leeraar bij de Hervormde Gemeente te Amsterdam. Te Amsterdam, bij G.J.A. Beijerinck. 1832. In gr. 8vo. 130 Bl. ƒ 1-30.
De Eerw. corstius, aangezocht door zijnen vriend beijerinck tot het leveren van iets ter geruststelling, bij de nadering en mogelijke verschijning der gevreesde Cholera, heeft, om onderscheidene redenen, gemeend, liever eene poging te moeten doen tot meer algemeene vermaning en vertroosting onder de waarschuwende en ontrustende teekenen van den hoogstmerkwaardigen tijd, dien wij beleven. Deze poging, welke ieder gewis liever gewaagd ziet, dan het voldoen aan bovengemeld aanzoek, komt ons voor zeer goed geslaagd te zijn.
Ziehier de onderwerpen: I. Gods leiding, hoe donker ook, is altijd weldadig. II. Het vertrouwen op God. III. De vreugde der Godsdienst gaat in aardschen tegenspoed niet verloren. IV. Moed en standvastigheid. V. De Christelijke hoop, door lijdzaamheid onderhouden, en door het geloof gesterkt. VI. De heldere en bemoedigende zijde van Gods oordeelen. VII. Welke moet de vrucht zijn van Gods langmoedigheid? VIII. Beteugeling en bestuur van de zucht tot klagen. IX. Bij het vooruitzigt van krankheid en dood. X. Zelfbeproeving op het krankbed.
Corstius weet juist den toon te treffen, die in dergelijke schriften heerschen moet, en zal, onder Gods zegen, menigeen, die lezen en hooren wil, ook met dit