Proeve eener geschied- en oordeelkundige Inleiding in de beide Hoofdkatechismi der Evangelische Kerk. Uit het Hoogduitsch van J.C.W. Augusti.Te Groningen, bij W. Zuidema. In gr. 8vo. 213 Bl. ƒ 1-80.
Dit boek bevat meer, dan de titel beloost. Hetzelve heeft vier Afdeelingen. De eerste, van bl. 1-44, over den toestand van het katechetisch onderwijs in de oude Kerk, tot op het tijdperk der Hervorming, is niet de minst belangrijke. De tweede loopt over het ontstaan, de inrigting en invoering der beide Katechismi van Dr. m. luther. De derde behelst eene Geschiedenis van den Heidelbergschen Katechismus. De vierde, eindelijk, is eene proeve van vergelijking der beide Katechismi.
De Schrijver geeft zijne bronnen op, en behandelt zijn onderwerp met onpartijdige waarheidsliefde. Men vindt hier in een kort bestek veel bijeenverzameld aangaande twee leerboeken, die veel nut gesticht hebben, en, wanneer men tijden en omstandigheden in aanmerking neemt, beide grootelijks lof verdienen. Over het gebruik van den Heidelbergschen Katechismus in ons Vaderland had de Schrijver naauwkeuriger kunnen zijn. Ook zou Rec. deszelfs gevoelen, wat aangaat de noodzakelijkheid, om beide de Evangelische gezindheden (gezindten) te vereenigen, niet zoo onbepaald toestemmen.
Den ongenoemden Vertaler, die overigens zijne taak vrij goed verrigt heeft, zij herinnerd, dat het hier meermalen voorkomende woord opvallend, in den zin van het Hoogd. auffallend, in onze taal niet gebruikelijk is. Ook vindt men bl. 69 eenen provincialismus, waar openslaagt staat, in plaats van openslaat. Voor Zweybrücken en Julich zegt men bij ons gewoonlijk Tweebruggen en Gulik. Wanneer de Lutherschen en Her-