waarvan er telkens vier in een jaar uitkwamen, en wel bij inteekening. De Schrijver had, namelijk, een weldadig doel bij de uitgave. Zijne poging, om ongelukkigen te helpen, vond goedkeuring en ondersteuning. Zoo ontstonden deze Bijdragen, welke buiten twijfel reeds in veler handen zijn, en, waar ze gelezen worden, gewisselijk, onder Gods zegen, de groote zaak des Christendoms - de hooge belangen der menschheid bevorderen. Hun, die dezelve niet kennen, durven wij ze allezins aanprijzen. Hoewel het werk eigenlijk voor de jeugd geschreven is, behelst hetzelve toch veel, dat lieden van rijpere jaren zich weleens mogen herinneren. Wij zien geschriften van dezen of dergelijken inhoud gaarne in vaderlandsche huisgezinnen. Waar men smaak in zoodanige boeken vindt, meenen wij iets goeds te mogen verwachten.
Het is niet noodig, den geheelen inhoud of alle de opschriften der stukjes af te schrijven. De Heer bertram heeft voor gepaste afwisseling van onderwerpen gezorgd. Overal kan men dezelfde nuttige strekking opmerken. Ieder stukje wordt besloten met Leerzame Spreuken en belangrijke Getuigenissen, uit andere Schrijvers ontleend. Men vindt hier Godsdienstige Beschouwing van den Zomer, als ook van den Herfst, de Lente en den Winter. Het Huisgezin van Bethanië, in drie afdeelingen geschetst, hoewel veel goeds behelzende, zou misschien bij eenige inkorting gewonnen hebben. Naar ons oordeel wordt de stijl weleens te zwellend. Ook zouden wij martha niet woelig, maar wel bezig noemen. Voorts: is het dan uitgemaakt, dat luk. X: 42 het één noodige dezen zin heeft: Één enkel geregt, één schotel spijze ware genoeg? Verg. van der palm, in de Aanm. op dit vers. Het vertoog over Gods hooge en aanbiddelijke wijsheid in de toelating der eerste zonden, of van de intrede van het zedelijk kwaad in de wereld, laat nog wel iets te wenschen over. Met bijzonder genoegen hebben wij gelezen: Men kan met de leere onzer zedelijke