Magazijn voor jonge Jufvrouwen, of aankomende Meisjes, van Mevr. Le prince De Beaumont, omgewerkt door A.B. van Meerten, geb. Schilperoort. II Deelen. Te Breda, bij Broese en Comp. 1829. In kl. 8vo. Te zamen XXII en 574 bl. f 3-60.
De achtingwaardige Nederlandsche Schrijfster, aan welke onze jeugdige lezeressen reeds zoo vele leerzame en smaakvolle geschriften te danken hebben, zet in deze twee deelen het werk voort, van hetwelk de twee eerste deelen reeds in het jaar 1819, onder den titel van Magazijn voor Kinderen. in het licht verschenen. Ofschoon, namelijk, de titel thans is Magazijn voor jonge Jufvrouwen, is het de voortzetting der omwerking van het bekende Magazijn van Mevr. le prince de beaumont, welke wij in het thans aangekondigde werk ontvangen. en van welke wij nog twee deelen, onder den titel: Magazijn voor volwassene Meisjes, te wachten hebben. De tegenwoordige aflevering beantwoordt in allen deele aan de verwachting, die men met regt hebben mag van de omwerking door zulk eene bekwame hand van een reeds, in het oorspronkelijke, zoo beroemd werk. Van al het goede is gebruik gemaakt, en het verouderde, thans minder doelmatige, is vervangen door zulke stukken, welke overeenstemmen met de vorderingen in kennis en de veredeling van den smaak in onzen leeftijd. Nadat de beide eerste deelen van dit Magazijn reeds bekend zijn, als eene voortreffelijke handleiding voor onderwijzeressen tot inrigting van haar verkeer met en te geven onderwijs aan leerlingen van den fatsoenlijken stand, en als uitmuntend voedsel voor den geest en het hart van jeugdige lezeressen, hopen wij te kunnen volstaan met de getuigenis, dat ook het thans aangekondigde in denzelsden geest als het vroeger in het licht verschenene gesteld is, en allerwegen blijken draagt van de bekwaamheid en ijver der Uitgeefster. Of men, tot vermijding van het meer gemeenzame gij, in den eersten naamval, u mag gebruiken, trekken wij in twijfel. Zelfs in het mondelinge gesprek is deze gewoonte meer navolging van vreemden, die daar wel niet altijd even gemakkelijk kan vermeden worden, maar, naar ons oordeel,
vooral niet moet aangemoedigd worden in een boek, dat, naar deszelfs strekking, tot een voorbeeld zal dienen, om zich behoorlijk uit te drukken. Indien Cecile had gezegd: