Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1829
(1829)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 634]
| |
De patiënt, van het mannelijk geslacht, had eene zware kneuzing aan de linker zijde van den onderbuik ontvangen. De Heelmeester, den pols van het linker gewricht zoo klein en slap vindende, dat dezelve naauwelijks voelbaar was, onderstelde, dat eene inwendige bloeding had plaats gegrepen, en hartsterkende middelen werden dienvolgens in ruime mate toegediend, om de levenswerkzaamheid te ondersteunen. Des anderen daags was de linker pols in denzelfden toestand; en, verschijnsels opmerkende, welke eene toenemende werking van het hoofd en volheid in het bloedstelsel aanwezen, onderzocht hij den pols in het regter gewricht, welken hij vol bevond en met zulk eene kracht slaande, dat hij oogenblikkelijk eene ruime aderlating te werk stelde. De linker pols werd door het bloedverlies niet aangedaan, en bleef zeer slap, toen de lijder reeds nagenoeg hersteld was. |
|