den, ontmoetten ons vele mannen, kinderen, en zelfs vrouwen, met haastigen tred naar hetzelfde punt zich spoedende.
Wij kwamen op de place de Grève, (het plein der teregtstelling.) Daar was het afzigtigste, walgelijkste en haveloosste graauw bijeen, dat zich ooit aan mijn oog vertoonde. Het was van dat uitvaagsel, dat zich de verbeelding voorstelt, gevangenen aan de deur der kerkers moordende, rondom de schavotten dansende, en de straten doortrekkende, met bloedende menschenhoofden op pieken, bij wijze van banieren.
Afgrijselijk was het voorkomen der mannen, met hun morsig aangezigt, zwarten baard, gele kleur, en dat ijzingwekkend mengsel van ellende en woestheid. En de vrouwen, goede Hemel! hoe schrikbarend zagen zij er uit; even gelijk die van 1793, met hare doffe oogen, gore lompen, loodkleurig aangezigt!
Dat graauw vermaakte zich, in verwachting, met wreede aardigheden; het was daar als in den schouwburg, in het parterre (den bak) van de guillotine; woordspelingen op den ter dood veroordeelden, op zijne straf, op zijn beroep; voorspellingen, rakende zijne houding in de jongste oogenblikken; verhandelingen, als 't ware, over het schavot en den beul; verklaringen over den aard en den duur der straf, door lieden, bedreven in dat onderwerp; ouders, hunnen gretig luisterende kinderen de zamenstelling der guillotine verklarende. Men telde en berekende elke minuut; elke opgemerkte beweging van den uurwijzer deed het gepeupel trillen van ongeduld en verlangen naar de verschijning van den lijder!
Op de kaai, in de straten, op het plein verdrong zich de schare; van tijd tot tijd noodzaakte zij de Gendarmes tot wijken, en alsdan tuimelde en verstrooide zij zich in den ontruimden kring, zich spoedende naar, en onder het schavot door. Op de plaats zelve, op de borstwering, op den eersten rang, bevond zich een troep soldaten van allerlei wapen, die aan hunne uniform zoo wel, als aan de wellevendheid der Gendarmes, deze bevoorregte plaats verschuldigd waren, om alles zoo regt van nabij te aanschouwen!
Hellevegen, ware Megera's, doorliepen de menigte, en ventten plaatsen uit aan vensters en balkons.
Zoo verliep een kwartieruurs, onder lagchen, gekscheren, babbelen, drinken, dringen en vechten.
Toen nu het uurwerk van het stadhuis vier sloeg, verhief zich een algemeene kreet van onbesefbaar wreed en barbaarsch