Een paar koddige stalen van despotieke liberaliteit.
Toen bonaparte zich tot Consul ad vitam wilde doen benoemen, hield een Fransch Generaal, aan het hoofd zijner troepen, deze rede: ‘Kameraden! Men is voornemens, den Generaal bonaparte tot Consul voor zijn leven te benoemen. De gevoelens zijn vrij, volmaakt vrij. Intusschen moet ik u waarschuwen, dat ik den eersten, die niet voor het levenslange Consulaat stemt, voor het front van het Regement zal laten doodschieten. Leve de Vrijheid!’
Terwijl santander, in Nieuw-Grendda, liberale beginselen voorwendde, oefende hij aldaar een onbepaald gezag uit. Er werden diensvolgens een aantal vlugschriften tegen zijn bewind heimelijk verspreid. Van een derzelven kwam hij den autheur op het spoor, deed hem voor zich komen, en sprak hem aldus aan: ‘Gij waant dan, dat, dewijl gij in eene Republiek leeft, gij het regt hebt, alles te hekelen; dat het u vergund zij, de openbare meening te bederven, door de daden des Gouvernements aan te randen? Naardien het slechts woorden zijn, die u tot dwaling gebragt hebben, wil ik mij wel verledigen, u weder op den regten weg te helpen. Verbeeld u, dat gij in Turkije zijt, en dat ik de Sultan ben, die u, wanneer het mij behaagt, op staanden voet kan laten opknoopen. Prent u dit ter dege in het geheugen, en gedraag u daarnaar.’