Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1829
(1829)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 549]
| |
1521 eene geestdrijvende sekte, onder den naam van nieuwe Profeten, of Wederdoopers, wel degelijk te onderscheiden van de zachtmoedige aanhangers der leer van menno simons en van de overige Protestanten. Eene der stellingen van deze Wederdoopers was, dat God de wereldlijke regering der volken, welke tot daartoe in de handen der goddeloozen was, vernietigen, en de heerschappij dezer wereld den heiligen overgeven zou. Hunne gruwelen zijn uit de geschiedenis van dien tijd bekend. Vooral was Munster, van hetwelk zij zich meester hadden gemaakt, in het jaar 1534 het tooneel van hunne verschrikkelijke buitensporigheden. Jan matthijssen, een gewezen bakker van Haarlem, en jan beukelszoon, of bockhold, gelijk hij hier genoemd wordt, een kleermaker van Leiden, wierpen zich, de een na den anderen, als Koningen op van dit nieuwe Sion, voerden de veelwijverij en de gemeenschap der goederen in, en doodden ieder, die hunne leer niet aannam. De schandelijke handelingen dezer tot de grofste zedeloosheid overgeslagene sekte duurden, tot dat, na eene langdurige en jammerlijke belegering, de stad door derzelver Bisschop en een rijksleger veroverd, en de hoofden der oproerigen met den dood gestraft werden. Daar zulk eene loslating van allerlei hartstogten aan den beschrijver eenen rijkdom van beelden en gebeurtenissen aanbiedt, is de keuze van den Schrijver op zichzelf niet ongelukkig, om deze gebeurtenis tot een onderwerp voor zijn tafereel te nemen. Alf kippenbrock, eerst wapensmid, daarna krijgsbevelhebber der Wederdoopers, vervolgens overste der koninklijke lijfwacht, beurtelings verward in de strikken der dweepende eliza en der wulpsche geertruid, eene der veertien gemalinnen van Koning johannes, krijgt eindelijk eenen afkeer van alle de dwaasheden en schandelijke misdrijven, welke hij had aanschouwd, en aan welke hij, weggesleept door het voorbeeld van anderen en zijne eigene driften, deel had genomen. Hij redt zich met zijne getrouwe clara uit het oproerige Munster, neemt zelfs een loffelijk aandeel aan het herstel der orde in de stad, en, genezen zijnde van de geestdrijverij, eindigt hij met, als een gelukkig echtgenoot, weder een wakker wapensmid te worden. Het boekje is onderhoudend geschreven. Een en ander tooneel ware misschien beter wat minder levendig geschilderd; maar wij gelooven, de Schrijver heeft naar het leven getee- | |
[pagina 550]
| |
kend, en zoo kan dit werk leeren, hoe ligt de dweeperij in het godsdienstige kan overslaan tot wilde najaging van zinnelijken lust. |
|