In Auspicia Athenaei Bredani, Militiae consecrati, D. XXIV Novembris CIƆIƆCCCXXVIII.
Bij de opening der Koninklijke Militaire Akademie te Breda, den 24 November 1828. Te Breda, bij Broese en Comp. In 8vo. 13 Bl. f :-30.
In voortreffelijke Latijnsche verzen bezingt de grijze hoeufft de inwijding der Militaire Akademie, welke aan het stille Breda een nieuw leven en hoogeren bloei schijnt te voorspeilen. De Heer van pellecom, niet ongunstig als Nederlandsch Dichter bekend, bewees het grooter publiek eenen aangenamen dienst, door deze dichtregels in vloeijende Hollandsche verzen over te brengen; en, schoon hij op sommige plaatsen ver beneden de schoonheden van het oorspronkelijke moest blijven, heeft hij zich echter over het algemeen loffelijk van zijne taak gekweten. Moge deze nieuwe inrigting, die, volgens de dichterlijke uitdrukking, den krijgslaurier slingert door de palmen des vredes, en den tabberd broederlijk zamenpaart aan het kuras, voldoen aan den slotwensch van dezen treffenden inwijdingszang!
Eque tua plures oriundi sede stevini
Mauritios forment arte manuque novos;
Qui, si bella vocent (quod abominor) arte manuque,
Hostis in exitium, facta imitentur avi.
Dat is, naar den Heer van pellecom:
Schenk ons een tal stevins, dat ons weêr helden kweekt,
Wier moed en krijgsbeleid door dappre daden spreekt,
En die, roept ons de strijd, (waarvoor ons 't lot beware!)
Tot 's vijands val de kracht van maurits evenaren!