of gelooven. Waarom ten minste al die tooneelen van vuilen wellust en ongebondenheid niet achterwege gelaten, waaruit volstrekt niet anders dan kwaad te leeren is? Waarom, door een oordeelkundig uittreksel, in plaats van geheele vertaling, niet tevens de kostbaarheid verminderd en de schadelijkheid en afzigtigheid weggenomen? Doch, het boek is er nu, en wij kunnen niet anders, dan daartegen waarschuwen, dat men het niet in onbevoegde handen geve. Ons verder over hetzelve uit te laten, het, buiten het reeds gezegde, te prijzen of te laken, werkte ligt onzer bedoeling tegen. Voor zoo verre wij het als waarachtig mogen beschouwen, en het is, bij al het bijna ongeloofelijke, niet zonder inwendige kenmerken van waarheid, verkondigt het onder anderen die jammervolle leer: dat de gevangenissen enz., in plaats van verbeterhuizen, meestal pestpoelen zijn, die het gebrek oneindig erger en ongeneeslijk maken; en dat dus (bij gevolgtrekking) de verbetering van het gevangenwezen, en wat daartoe behoort, eene der dringendste behoeften der maatschappij is. Mogt het dengenen, onder de Vorsten en volken, die hiertoe werkzaam zijn, niet aan moed en volharding ontbreken, om, met verachting van den laffen spot der traagheid en waanwijsheid, immer voort te gaan, met hunnen Meester, te zoeken en te behouden, wat verloren was!