Intusschen raad ik ieder aan,
Dat hij zich niet te veel vertrouw'
Men make, dat de reek'ning sluit',
Want dan helpt geen ontschuldiging,
En dat alles heeft men voor 30 cents!
No. II. overtreft den vorigen jaargang (die ook de eerste was). De Voorlezing van den Heer venhuis is wèl, en ook het slotversje mogen wij prijzen; alleen lette de Dichter op de ineensmelting der vokalen (ook elders verzuimd) en zij herinnerd, dat onz' hooge waarde alleen in Vriesche ooren welluidt. Bl. 22. reg. 4. (van drukfouten zwijgen wij) moest waande zijn: gaf voor; en wenschten wij, bl. 28, het woord Heiligen niet te lezen. De versjes zijn lief; alleen de Verjaringsgroet beviel ons, in meer dan één opzigt, niet. De Anecdoten zijn gelukkig gekozen.
No. III. Bravo, vriend hazelhoff! Gij, die Godsdienst, deugd en Nederlandsche zeden voorstaat, en dezelve onder den dus genoemden gemeenen man zoekt op te wekken en te verspreiden, verdient lof en aanmoediging. Moge dezelve aan uw boekje te beurt vallen! Alleen verzoeken wij u, om moei Susanna niet weêr zoo ongenadig te vegen en van woekerwinst te laten betigten, daar de sloof, naar uw eigen berigt, f 1100-: tegen 16 stuivers per maand uitdeed, (uitzette, zeker?) en dus van baas Harm Bakker nog geen percent intrest nam; misschien, echter, staat daar eene nul te veel.