De claqueurs te Parijs.
Deze bende bezoldigde toejuichers en uitfluiters heeft haren zetel gevestigd in den bak der Parijsche schouwburgen, en derzelver luidruchtige goed- en doordringende afkeuring, welke niemand meer misleidt en iedereen afkeurt, wordt intusschen algemeen gebezigd. Voorheen twistte, ja vocht zij onder elkander, in een bekend kofijhuis, ter ondersteuning of onderdrukking van eenen Auteur, Acteur, Actrice, enz. of eenig stuk. Welhaast nam zij een ander stelsel te baat, en besliste met dobbelsteenen den val of den opgang van hetzelve. Men herinnert zich, dat aan een' worp van zes dorat den opgang van zijn' Regulus verschuldigd was. Het is eene organisatie van beweegbare krachten, welker gehuurde toejuichingen voor vele Tooneelschrijvers en Tooneelspelers, enz. even noodwendig zijn, als de kroon in het midden der zaal voor het Publiek! Een chef dezer bende (want zij heeft hare eigene, volkomene inrigting) beroemde zich, onbeschaamd, dat hij de geschenken voor zichzelven tarifswijze had bepaald; als b.v. voor het op de been helpen van een Treurspel, door kenners uitgefloten, eene zilveren soepterrine; voor een tot drie malen herhaald salvo van toejuiching van een' Zanger, die valsch zingt, eene pendule van albast, enz. enz. Dit is geene vinding, maar berust op eene daadzaak. Alleen jonge en mooije débutanten van het vrouwelijk geslacht weten zich somwijlen staande te houden, zonder tot deze vuige bende hare toevlugt te nemen. Eenigen dier zoogenaamde chefs hebben, door dit ellendig guichelspel, een aanzienlijk vermogen verworven. - Zoo zijn de Franschen!