De witte Paal, of Jenne. Eene, op waarheid gegronde, Noordhollandsche Geschiedenis. Door C. Bok. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1828. In gr. 8vo. VIII en 206 bl. f 2-20.
Een jong edelman, op een schoon paard gezeten, rijdt eenen armen jongen voorbij, en hòort dezen zeggen: ‘O! hadde ik ook zoo een paard!’ Deze gebeurtenis wordt ons op den titel aanschouwelijk gemaakt door een fraai vignet, uitgevonden door c. bok, geteekend door h.p. oosterhuis, en gegraveerd door j. mulder. Waarom kiest de Schrijver juist zulk een nietsbeteekenend voorval ter afbeelding op het titelvignet? Zoo vroegen wij in het eerst. Maar, na deze geschiedenis te hebben gelezen, erkennen wij: de Schrijver koos goed, en het boek bevat niets belangrijkers.
De lezing van hetzelve bevestigde ons in de bij het vorige artikel gemaakte aanmerking: de Heer bok behoort zich meerderen tijd te gunnen, en zijn vak beter te bestuderen.