Dit Verslag betreft een dier zeldzame voorbeelden van menschen, die eenen geruimen tijd zonder gebruik van voedsel hebben voortgeleefd. Engeltje van der vlies, het merkwaardig voorwerp van het te dezer plaatse medegedeeld berigt, in 1787 te Schiedam geboren, was van hare vroegste jeugd zwak en ziekelijk, en leed toen veel aan wormen en daardoor veroorzaakte zenuwtoevallen; later aan hysterie en aan chronische ontstekingen in de ingewanden, met opstopping der maandstonden. Van Maart 1822, nadat zij aan zulke geweldige hysterische toevallen geleden had, dat men voor haar leven vreesde, hield alle gebruik van voedsel, hetgeen reeds lang te voren zeer gering was en zich slechts tot het uitzuigen van vischkoppen of stukjes vleesch bepaalde, geheel op, daar zij alleen nu en dan den mond spoelde met een weinig koud water.
De provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt, residerende te 's Hage, van deze zaak onderrigt, en begeerig zijnde dezelve nader te onderzoeken, benoemde, daartoe van hooger hand gemagtigd, eene Subcommissie, bestaande uit haren Voorzitter, den Heer a. van stipriaan luiscius, en den Heer vorstman, Lid dier zelfde Commissie. Om dat onderzoek zoo naauwkeurig mogelijk te doen zijn, stelden beide Heeren, volgens een daartoe beraamd plan, beëedigde waaksters aan, welke gemelde engeltje van der vlies, gedurende den tijd van vier weken, zouden gadeslaan. Deze leverden, na verloop van dien tijd, een dagverhaal in, waaruit blijkt, dat gedurende denzelven geen voedsel hoegenaamd door engeltje gebruikt is.
Een getrouw en eenvoudig verslag van dat alles vindt men in deze bladen. Aan de waarheid van het geval te twijfelen, verbiedt zoo wel de omzigtigheid en naauwgezetheid van het gedaan onderzoek, als het getuigenis van mannen, als eenen stipriaan luisçius en vorstman. Daarenboven bestaan er meerdere voor-