Veruitgestrekte voortplanting van het geluid.
(Poggendorff's Annalen der Physik und der Chemie, 1826. XII. S. 525, 526.)
De buitengewone gemakkelijkheid, waarmede een geluid bij koud weder op aanmerkelijke afstanden gehoord wordt, is dikwerf een onderwerp der opmerkzaamheid geweest. Een geval van dien aard viel voor bij Port Bowen, bij de derde expeditie naar de Noordpool van Kapitein parry. De Luitenant forster, namelijk, die van het Observatorium een' man naar den tegenovergestelden oever van de haven gezonden had, om aldaar een meridiaanteeken op te rigten, kon met dezen zonder moeite een gesprek voeren, hoezeer de verwijdering, volgens eene meting, 6696 Engelsche voeten, of 1, 2 Eng. mijlen, bedroeg. (Uit de Ann. of Phil. XII. 470. Th. young beweert intusschen, in zijne Lect. of Nat. Phil. T. II. p. 266, op het gezag van derham, dat men te Gibraltar de menschelijke stem op meer dan 10 Eng. mijlen afstands gehoord had; en dit geval zou dus door het eerst bijgebragte althans niet overtroffen worden.)