Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826(1826)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 644] [p. 644] Als het tij verloopt, moet men de baken verzetten. (Meester Hans spreekt.) De tijden loopen schraal: van hangen of van worgen Wordt naauwlijks meer gerept; - verleden jaar niet één!.... Maar 'k dacht het lang vooruit: dat komt van al dat zorgen Voor beter onderwijs van 't nut van 't algemeen! (Meester Leeuwen- en Beerentemmer spreekt.) Mijn vriend, gij hebt gelijk; ook ik gevoel uw grieven. Hoe goed ik in mijn vak altijd heb opgepast, - Och, 't is met 't land gedaan, - 'k zie roovers meer noch dieven; Mijn huis staat bijna leeg; er komt geen enkle gast! (Don Hans spreekt.) Wel, maat, hoe klaagt gij zoo? ... Breek op; kom bij mij wonen; Ik heb volop te doen: bij mij is nooit gedaan. Kom hier; hier ziet ge ons vak op 't liberaalst beloonen: Pas hang ik d' eenen op, of de andre moet er aan. (Don Leeuwen- en Beerentemmer spreekt.) Ook gij heft klagten aan, want ledig raakt uw woning. Wel, vriend, bij al mijn werk loopt mij de kop op hol. Maat, 'k weet wel, waar het ligt; het hapert aan uw' Koning. Kijk, de onze is eerst een man; die maakt mijn hokken vol! J.P.d.J. Vorige Volgende