Verslag van een mierengevecht.
(Uit het Bulletin des Sciences naturelles.)
Daar stonden (dus verhaalt de Heer hanhart, als ooggetuige) twee legers, zamengesteld uit soldaten, van wederzijden in eenparige uniform gekleed, en, naar het scheen in de krijgskunst wel ervaren. Het eerste dezer beide legers trok voorwaarts in eene zeer uitgebreide linie, geflankeerd door verscheidene korpsen in bataljon carre, om deszelfs marsch te beveiligen. Het tweede, nog sterker dan het andere, trok tegen den vijand op, eene soort van reserve op zijnen regtervleugel achterlatende, terwijl de linkervleugel ondersteund werd door een korps, tweemaal sterker dan het andere. Alle deze troepen avanceerden in de grootste orde, en zonder immer de gelederen te breken. De reservekorpsen namen geen deel aan het gevecht: terwijl de regtervleugel post vatte, poogde de linker den vijand te overvleugelen. De beide legers vielen elkander met hevigheid aan, en streden langen tijd, zonder dat de dubbele linie van batalje gebroken werd. Eindelijk ontstond er wanorde op verscheidene punten, en men streed met elkander in afzonderlijke partijen; tot dat, na een zeer moorddadig gevecht, gedurende bijkans vier uren, een der twee legerkorpsen genoodzaakt werd den aftogt te slaan, terwijl, bij wijze van stormloopen, de vijand zich van zijn kamp meester maakte. Van wederzijden waren er zeer vele gevangenen en dooden. - Deze groote veldslag had plaats tusschen twee nesten roode en zwarte Mieren. Bijzonder opmerkelijk was het, te zien, hoe deze insekten wederzijds gevangenen maakten, en hoe zij hunne gewonde kleurgenooten naar derzelver eigen nest vervoerden. Hunne ge-