Madame Mère.
De Moeder van bonaparte, eene vrouw van verstand, maar hoogzuinig, leefde te Parijs zeer eenvoudig, ook nadat haar Zoon zich tot Keizer had verheven. Thans verkreeg zij den titel van Madame Mère, en er werd haar een Paleis, benevens een Hofstoet, verleend. Intusschen verblindde haar al deze grootheid geenszins. Met een vooruitzigt begaafd, toen als overdreven geacht, spaarde zij groote geldsommen van hetgene haar voor haar Huis was aangewezen. ‘Wie weet,’ zeide zij eens, vertrouwelijk, tot iemand, die haar deswege vertoogen deed, ‘wie weet, of ik niet nog eens al die Koningen brood zal moeten geven!’