Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826
(1826)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 135]
| |
Minnarij van Bonaparte in Egypte.(Mémoires sur l'Expédition d'Egypte, par j.g. de niello sargy. Paris, 1825.)
- De Opperbevelhebber (bonaparte) was inderdaad niets minder dan ongevoelig voor de aantrekkelijkheden der schoone sekse; dit zal men zien in de episode, welke ik thans ga wijden aan zijne minnarijen in Italië en in Egypte.Ga naar voetnoot(*) In Egypte vermaakte zich bonaparte eerst met eenige vrouwen van Beys en Mammelukken; maar, bij deze schoone Georgische noch wederkeerige genegenheid noch eenige bekoring in den omgang vindende, verveelde hij zich weldra bij dezelve, en betreurde de dartele Italiaansche en de beminnelijke Fransche vrouwen. De zeldzaamheid der laatsten maakte het gering getal derzelven, dat de armee had kunnen volgen, nog meer gezocht; zoodat marketentsters, vrouwen van soldaten werden verheven tot matressen van voorname Officieren. Er waren er slechts twee bij het leger, die de opmerking en de hulde van den Opperbevelhebber konden waardig zijn. De eene was de vrouw des Generaals verd ***, welke haren man in het gewaad van een' Aide-de-camp gevolgd was; maar, op den Generaal kleber verliefd geworden, hem verliet, om diens matres te zijn. De andere heette Mevrouw f ***, zijnde de echtgenoote eens Kapiteins van het 20ste regement kavallerij. Het was een klein vrouwtje van 20 jaren, aardig, mollig, levendig, en geens- | |
[pagina 136]
| |
zins ontbloot van opvoeding en bevalligheid, hoewel voorheen slechts eene naaister. Zeer gehecht aan haren man, had zij alle gevaren en ontberingen getrotseerd, om hem, onder begunstiging eener vermomming, te volgen. Zij werden als een voorbeeld van de teederste huwelijksliefde beschouwd en bewonderd. Eene ongelukkige onvoorzigtigheid verscheurde dien hechten band. Tot besluit van eene algemeene wapenschouw, die bonaparte met den grootsten krijgstoestel ten uitvoer bragt, werd op het plein El-Bekir een luchtbol opgelaten, tot stomme verbazing der Egyptenaren, en de dag besloten door een feest, een groot vuurwerk, en een bal in het Fransche Tivoli van Egypte. Kapitein f *** had de onbedachtzaamheid, zijne jonge echtgenoote derwaarts te geleiden. Zij trok weldra het oog des Generaals, die, in begeerte ontvlamd, en terstond bedacht op middelen, om het voorwerp zijner lusten magtig te worden, zich van zijnen Aide-de-camp, junot, bediende, om zich een tête-à-tête te verschaffen. - Junot werd gelast, Mevrouw f *** met haren man bij zich ten ontbijt 'te noodigen. Zij komen, en vinden eene tafel van vijf couverts. Weldra verkondigt trompetgeschal de komst des Opperbevelhebbers, verzeld van berthier. Hij onderhoudt den man over zijne bevordering, en poogt van lieverlede zich behagelijk voor te doen. Op het eind des onthaals stort junot, door eene gewaande onvoorzigtigheid, een kop koffij uit over het kleed van Mevrouw f ***. Zij geeft een' schreeuw, en begeeft zich, op den aandrang van junot, in een naburig kabinet, het zij om van gewaad te wisselen, het zij om de vlek te doen uitwisschen. Junot houdt haren man aan den praat; terwijl bonaparte, veinzende met berthier te vertrekken, steelswijs in het kabinet sluipt. Spoedig begreep de vrouw, wat hij van haar wilde, en borst in tranen uit. Bonaparte, getroffen door hare onschuld, durfde op dat pas niets ondernemen, maar gaf daarom zijn plan geenszins op. Lang wederstond zij zijne aanzoeken en vervolgingen; minnebrieven, beloften, rijke geschenken, alles werd te werk gesteld te harer verleiding, tot dat een romaneske zwaai in haren geest haar had opgewonden, en zij zich verbeeldde geroepen te zijn, om het fier gemoed eens helds te kluisteren en te besturen. Zij bezweek ten laatste, en de gehechtheid van bonaparte bleef ook na het bezit voortduren. Drie dagen daarna werd f*** opontboden aan het hoofd- | |
[pagina 137]
| |
kwartier; men gaf hem den rang van bevelhebber eens escadrons, en te zelfden tijde eene zending aan den Directeur barras, alsmede eene aanwijzing van 6000 franks op de schatkist. Hij vertrekt, geraakt in krijgsgevangenschap, en verneemt van den Commodore sidney smith, die hem terugzendt, dat zijne vrouw de matres is van bonaparte. Tot wanhoop vervoerd, weet hij de Officieren van zijn regement voor zich te winnen, die zich luide verklaren tegen de grieve, een' hunner kameraden toegebragt. Men vindt het geraden, opzien te vermijden, en de gevolgen der schanddaad in de geboorte te smoren. Wat doet bonaparte? Hij weet zijne matres over te halen, om van haren zwaarbeleedigden echtgenoot te scheiden, en doet die scheiding bewerkstelligen door een' der Oorlogscommissarissen van het leger. Eene nieuwe zending, of liever dezelfde, herhaald met een gebiedend bevel, verwijdert nu den wederstrevenden en mishandelden echtgenoot uit Kairo. Duizend kroonen worden hem verstrekt voor zijne zending. Andermaal door de Engelschen op zijne overtogt genomen, werd hij ook andermaal teruggezonden; doch thans waren de Officieren van zijn regement geweldig tegen hem vooringenomen, en beschuldigden hem, zijne vrouw verkocht te hebben aan bonaparte. Dit had een tweegevecht ten gevolge; dan, desniettegenstaande, bleef hij, buiten dienst, in Kairo, bestendig zijn traktement ontvangende. Intusschen had de vrouwenroover zijne matres gehuisvest ter regterzijde van het gebouw, genaamd Elfi-Bey, op het plein El-Bekir. Daar zag men haar als bedekt met edelgesteenten, in prachtige kleeding, met het portret des helds pronkende, terwijl hij een haarverfierfel zijner minnaresse droeg. Dikmaals verscheen zijn in Generaalsuniform, op een Arabisch paard, te haren dienste gedresseerd, en gevolgd door Aides-de-camp. - Deze minnarij hield stand; en, na zijne terugkomst uit Syrië, betoonde bonaparte zich nog zoo verkleefd aan deze vrouw, dat hij geenszins aarzelde haar te beloven, dat hij zijne scheiding zoude bewerkstelligen van josephine, bij wie hij geene kinderen had, en haar wilde huwen, bijaldien zij hem vader maakte; en hij zou woord gehouden hebben, zoo deze laatstgenoemde voorwaarde ware vervuld geworden. Maar zijne jonge matres bevorderde, onwillekeurig, zijne ontruiming van Egypte, in Kairo achterblijvende met hare huis- of liever hofhouding, terwijl hij haar verzekerde, en | |
[pagina 138]
| |
ook in het openbaar zeide, dat hij een' toer naar de Delta ging doen. Zoo was bij hem de liefde steeds ondergeschikt aan zijnen voornamen hartstogt, de eerzucht. Zijne minnares, woedende over zijn heimelijk vertrek, was ontroostbaar, en gaf den boezem lucht in bittere klagten. Bij zijne verwijdering had bonaparte zijnen Stalmeester vigogne last gegeven, om al de kleine schulden van zijn huis te betalen, en het overschot, zoo ook de menbelen, aan Mevrouw f *** over te laten, met uitzondering evenwel van een rijk ameublement, aan kleber toegekend. Mevrouw f *** leide een en ander bezoek af bij den nieuwen Generaal, als 't ware om van hem te vorderen, hetgeen haar was toebedeeld. ‘Mevrouw!’ zeide kleber tot haar, ‘ik beklaag u, verlaten te zijn door een' zoo doorluchtigen minnaar. Ik wil uwe smart niet vergrooten, met u te betwisten, wat hij u moge hebben achtergelaten. Ik doe van alles afstand, en wil met de zaak niets te doen hebben.’ - Mevrouw f ***, die het afzijn van bonaparte niet kon verduren, loerde op eene gelegenheid, om naar Frankrijk terug te keeren. Zij nam hare toevlugt tot junot, die desgelijks in Egypte was gebleven, en die haar vergunde, zich in te schepen aan boord van de Amerika, een der Fransche transportschepen, met hemzelven, zijnen Aide-de-camp lallemand en anderen. Bij het verlaten der haven van Alexandrië viel het schip den Engelschen in handen, die al de passagiers aan boord van den Theseus bragten. Junot werd naar Mahon, en de passagiers weêr teruggezonden; doch Mevrouw f *** verzocht en verkreeg verlof, om naar Frankrijk te vertrekken, waar zij hoopte eene groote rol te spelen, daar het haar reeds bewust was, dat bonaparte zich van het Gouvernement had meester gemaakt; maar, bij hare aankomst te Marseille, werd haar verboden naar Parijs te komen. Ten laatste verwierf zij daartoe verlof, en zij bewoonde langen tijd een kasteel, voor haar door bonaparte gekocht, op twee mijlen afstands van de hoofdstad, waar hare huishouding was ingerigt op den voet van een inkomen van 25000 livres. Hare echtscheiding vervolgens bekrachtigd zijnde, hertrouwde zij met den Heer r **, die door bonaparte tot Consul te Sint-Ander werd benoemd. Aldaar ook van haren tweeden echtgenoot zich hebbende doen scheiden, leide zij zich op den koophandel toe, bevrachtte schepen voor hare eigene rekening, vestigde een kantoor in Brazilië, en deed derwaarts verscheidene reizen en zeer goede zaken. |
|