Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1825
(1825)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijNaïve trek van eenen Engelschman.Wij hopen, dat het min kiesche dezer ware Anekdote, van wege het naïve derzelve, bij onze Lezers verschooning vinden zal. - Een Engelsch Edelman, pas te Parijs aangekomen, keerde, vóór eenige dagen, terug van een' toer te paard, met een' knecht achter zich, naar het bosch van Boulogne. Eene kleine noodwendigheid, waaraan een Gentleman zoo wel als een ander onderworpen is, deed hem afstijgen, en hij naderde te dien einde een schildwachthuisje. Eensklaps werd hem zijn hoed afgeligt. Gebelgd over eene daad, welke hem eene inbreuk op de wettén der gastvrijheid toescheen, vroeg hij met drift naar de reden. Men onderrigtte hem van het gebruik te dezen, en beduidde hem, dat, tegen het betalen eener boete van vijf stuivers, de hoed tot zijn' dienst was. De Baronnet, rood van kwaadheid, beweerde, dat zulks een' Mylord overal vrijstond. Het volk, zulks anders inziende, schoolde zamen, en het werd den Edelman te kwaad. Ziende, dat er niets aan te doen was, haalde hij een tien stuivers stukje voor den dag, van de schildwacht verlangende het te wisselen. Deze had geen geld, en john, zijn knecht, desgelijks niet, die daarop eene reeks van Engelsche scheldwoorden moest verduren, welke deze stilzwijgend tot zich nam; wanneer de Edelman, om een einde aan de zaak te maken, het stuk gelds ten beste gaf, maar, zich wederom tot den knecht wendende, zeide: ‘John, zit af, en verdien de andere vijf stuivers!’ En john was inderdaad genoodzaakt, zijns meesters grilligheid te wille te zijn.Ga naar voetnoot(*) |
|