Proeve van Russische menschelijkheid.
‘Hamburg, 6 Mei 1825. Onlangs heeft een Onderofficier van de Russische Garde te Petersburg zijnen Kapitein bij eene wapenoefening van achteren doorstoken. De schuldige is door een' Krijgsraad veroordeeld, om 12 malen tusschen 1000 man door de spitsroeden te loopen, en heeft na deze strafoefening dadelijk den geest gegeven.’
Ziedaar het verhaal eener strafoefening, ons in de Nieuwspapieren medegedeeld. Zij had plaats, niet te Algiers, Tunis of Konstantinopel, maar te Petersburg, de hoofd- en hofstad des Russischen Rijks, niet vroeger dan in het jaar achttienhonderd vijfentwintig. Het nietig geslacht van dezen tijd, dat, ingevolge den geest onzer bedorvene Eeuw, wel de straf des misdadigers, niet echter zijne marteling wil, moge deze wijze van straffen met huivering en afgrijzen vernemen en haar barbaarsch noemen, de vrienden van den goeden ouden tijd verhengen zich zeker, dat men ten minste nog in éénen Staat van het Heilig Verbond de kunst kent en in beoefening brengt, om den zondaar langzaam den verschrikkelijksten dood te doen sterven. Is het niet regt jammer, dat het den Krijgsraad niet is ingevallen, om, vóór de voltrekking van het vonnis, naar alle landen van Europa, en dus mede naar ons Vaderland, boden uit te zenden, en de voorstanders van wreede strafoefeningen, die van geene zedelijke verbetering der gevangenen, maar alleen van rad, brandijzer en geeselroede hooren willen, tot de bijwoning van het bloedige feest uit te noodigen? Deze uitnoodiging, neen, zij zou haar doel niet gemist hebben! Van hier, van daar, van elders zouden er gewis zijn heengesneld, om zich met hunne verbeelding in vroegere eeuwen te verplaatsen, en te zien, wat, tot hunne spijt, niet zoo overal meer te zien valt. En wie weet, of niet, na het doodmartelen des misdadigers, in het Spaansch, en Fransch, en Duitsch, en Hollandsch, de eenparige kreet van goedkeuring zou zijn opgegaan: ‘Vivat de goede oude tijd! Zóó moge nog eens weêr het misdrijf in alle landen gestraft worden! o, Breiden zich, met Ruslands magt, ook
Ruslands wetten over gansch Europa uit!’
Menschlievende alexander! Van U, wiens weldadigheid ook vreemde, ook Nederlandsche ellende wil lenigen, - van U, wiens edel hart gewis een' afschuw heeft van alle wreedheid, verwacht de gehoonde Menschheid regt en troost.
B.