Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1825(1825)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De troostelooze weduwenaar. Heer Ligthart had zijn vrouw verloren, Een dag of drie geleên; Hij wilde van geen troosten hooren: ‘De Dood, de Dood alleen,’ Dus riep hij onophoudlijk uit, ‘Is 't, die op aard' mijn droefheid stuit!’ Men klopt. ‘Wie daar?’ - ‘De Dood.’ Ja, waarlijk; Hij biedt zijn' dienst hem aan. ‘Och, vriend, mijn buurman ligt gevaarlijk; Ei, doe hem met u gaan! ‘Want,’ zegt hij, ‘'t is diens jonge vrouw, Die ik zoo gaarne hebben wou.’ D. Vorige Volgende